Krimp private huursector in 2024 door minder verhuur door particulieren

maandag, 6 oktober 2025 (06:30) - CBS

In dit artikel:

Per 1 januari 2025 telde Nederland 3 duizend minder private huurwoningen dan een jaar eerder; dat blijkt uit een CBS-onderzoek in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De totale private huursector kromp in 2024 naar 1,18 miljoen woningen, nadat de sector de drie voorgaande jaren nog groeide. Tegelijkertijd nam het aantal koopwoningen met 66 duizend toe en breidden woningcorporaties hun voorraad met 10 duizend uit.

De daling is vooral het gevolg van particuliere verhuurders: natuurlijke personen bezaten 22 duizend huurwoningen minder (nu 529 duizend). Veel van die woningen gingen naar de koopsector; per saldo zijn 23 duizend particuliere huurwoningen omgezet in koopwoningen. Daarnaast gingen er netto 5 duizend particuliere huurwoningen over naar niet-natuurlijke eigenaren (bedrijven, corporaties, andere organisaties). Door nieuwbouw, sloop en transformaties steeg de particuliere voorraad echter per saldo met bijna 6 duizend woningen.

Niet-natuurlijke eigenaren namen in totaal toe: bedrijven (bv’s en nv’s) bezitten nu 419 duizend huurwoningen, een stijging van 12 duizend, en stichtingen/verenigingen kwamen uit op 235 duizend (+7 duizend). Veel van deze groei komt voort uit nieuwbouw, transformaties en splitsingen; niet-natuurlijke partijen kregen 34 duizend nieuw toegevoegde woningen in bezit, terwijl de koopsector bijna 30 duizend nieuwe woningen ontving.

Regionaal vallen Utrecht en Noord-Holland op: daar verhuisde relatief meer particuliere huur naar koop (ruim 5 procent). Zeeland en Limburg noteerden de minste verschuivingen (ruim 2 procent). Binnen de vier grote steden was het aandeel particuliere huur-naar-koop het hoogst in Utrecht (6,0%) en het laagst in Rotterdam (3,9%); Den Haag 4,8% en Amsterdam 5,0%.

Kort samengevat: in 2024 nam de rol van particuliere verhuurders af door veel verkopen aan kopers en overdrachten aan grotere eigenaren, terwijl bedrijven, stichtingen en de koopsector hun woningaanbod uitbreidden.