Kredietbeoordelaar S&P behoudt Belgische rating, maar zet druk op begrotingsgesprekken: "Tekort moet omlaag"
In dit artikel:
Standard & Poor’s (S&P) handhaaft de kredietrating van België op AA, maar met een negatief vooruitzicht. Dat is op korte termijn een opluchting voor de federale regering, nadat concurrent Fitch in juni de rating al één stap had verlaagd naar A+. Twee weken geleden liet ook Moody’s de beoordeling ongewijzigd; S&P volgt nu hetzelfde spoor, maar waarschuwt tegelijk dat de financiële situatie kwetsbaar blijft.
S&P wijst op een hoge overheidsschuld die de komende jaren boven de 100% van het bbp zal blijven en volgens hun inschatting rond 103% tegen 2028 stabiliseert. De kredietbeoordelaar verwacht voor dit jaar een begrotingstekort van ongeveer 5% (na 4,5% in 2024), vooral door hogere defensie-uitgaven en stijgende rentelasten. De economische groei wordt ingeschat op circa 1%, terwijl België als handelscentrum gevoelig is voor wereldwijde spanningen en Amerikaanse tarieven.
Om te voldoen aan de EU-regel om het tekort terug te brengen naar ongeveer 3% tegen 2028, stelt S&P dat de onlangs goedgekeurde pensioenen arbeidsmarkt- en pensioenhervormingen volledig moeten worden doorgevoerd, aangevuld met extra besparingsmaatregelen voor de begroting van 2026. Zonder zulke maatregelen — en gezien politieke en sociale tegenwind — waarschuwt S&P dat het tekort zelfs kan oplopen tot zo’n 6% in 2028, met sterk hogere rentelasten als gevolg. Premier Alexander De Wever heeft eerder aangegeven dat minstens 10 miljard euro bespaard moet worden, maar onderhandelingen lopen moeizaam en een begrotingsakkoord blijft onzeker.
Kort samengevat: de rating blijft (voorlopig) behouden, maar verdere verslechtering is reëel als België niet substantieel aan zijn begroting werkt. Ratingbureaus zoals S&P, Moody’s en Fitch bepalen met hun oordelen hoeveel landen en bedrijven betalen om geld te lenen; een lagere rating verhoogt de financieringskosten en kan zo het begrotingstekort verder verergeren.