Kosten pensioenbeheer stijgen fors: transitie naar nieuw stelsel drijft uitgaven op

In dit artikel:

Nederlandse pensioenfondsen gaven in 2024 gezamenlijk 9,3 miljard euro uit aan beheer en beleggingen, een toename van circa 10% ten opzichte van 2023, blijkt uit onderzoek van adviesbureau Bell Pension Consultants & Actuaries. De uitvoeringskosten namen vooral toe door de voorbereiding op de Wet toekomst pensioenen (WTP): IT-aanpassingen, communicatie, juridische begeleiding en de overgangsoperatie (“invaren”) drukken de begrotingen.

De beheerkosten voor administratie stegen van 1,24 naar 1,46 miljard euro (+220 miljoen). Gemiddeld kwam dat neer op 136 euro per deelnemer, dertien procent hoger dan een jaar eerder. Bell schat dat fondsen in 2024 ongeveer 200 miljoen euro aan WTP-gerelateerde uitgaven hadden en verwacht dat de uiteindelijke WTP-kosten hoger uitvallen dan de 1 miljard die het ministerie van SZW eerder aanwijst. Zoals Bell-analist Johan van Soest opmerkt: "Maar in werkelijkheid lopen ze meerdere jaren door."

De vermogensbeheerkosten, inclusief transactiekosten, stegen van 7,2 naar 7,8 miljard euro, vooral door hogere prestatievergoedingen aan externe beheerders. Als aandeel van het gemiddeld belegd vermogen van ongeveer 1.626 miljard euro bleef de totale kostenratio nipt stabiel op 0,48 procent. Fondsen realiseerden gemiddeld een rendement van 8,1% in 2024, met grote spreiding (0–18%).

Bell onderzocht 174 fondsen (6,7 miljoen actieve deelnemers, 4 miljoen gepensioneerden, 8,6 miljoen slapers) en waarschuwt dat de kostenpiek nog niet is bereikt. Vooral middelgrote fondsen die hun transitie nog moeten starten zullen naar verwachting in 2025 verdere oplopende uitvoeringskosten zien, wat op korte termijn kan drukken op het beschikbare rendement voor deelnemers.