Korstmossen in de stad zijn dikker
In dit artikel:
31 augustus 2025 — Onderzoek in Nederlandse binnensteden laat zien dat korstmossen zich aanpassen aan hogere stedelijke temperaturen: hun thallus (het korstmos‑weefsel) heeft in de stad een grotere massa per oppervlakte-eenheid dan buitengebied. Wetenschappers verbonden aan onder meer Hortus botanicus Leiden, Naturalis en de Bryologische en Lichenologische Werkgroep constateerden dit fenomeen in steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Utrecht.
De verklaring ligt in het stedelijk hitte-eiland: bebouwing, verkeer en warmteafgifte verhogen lokaal de temperatuur en droogte‑stress. Korstmossen reageren door compacter en dikker te groeien, wat hun wateropslag vergroot en hun overlevingskansen bij hitte verbetert. Waar korstmossen traditioneel worden gebruikt als indicatoren voor luchtkwaliteit, functioneren ze hiermee ook als kleine thermometers van het stedelijk microklimaat.
De bevinding benadrukt dat stadsnatuur direct beïnvloed wordt door verstedelijking en klimaatverandering. Beleid tegen hittestress — zoals meer groen, bomen en groene daken — kan niet alleen mensen helpen maar ook de organismen in onze omgeving; korstmossen kunnen bovendien dienen als stille meetpunten om het effect van zulke maatregelen te volgen. Tekst: Tim Claerhout en Laurens Sparrius; beeldmateriaal onder meer door Arne van Wingerden en Michiel Langeveld.