Kopenhagen lokt wilde natuur met kustpark de stad binnen - is zo'n project ook iets voor Amsterdam?

dinsdag, 7 oktober 2025 (16:17) - Het Parool

In dit artikel:

In Kopenhagen wordt een nieuw kustpark van circa dertig hectare aangelegd in de wijk Nordhavn: Nordør. Landschapsarchitectenbureau SLA voert het plan uit en streeft ernaar dat het park rond 2030 open is. Nordør ligt op land dat vijftien jaar geleden nog niet bestond maar ontstond door gestorte grond van bouwprojecten; sindsdien ontwikkelde zich er een spontaan ecosysteem van grassen, mossen en pionierplanten. Het uitgangspunt van ontwerpers is om die bestaande natuur zo min mogelijk te verstoren en vooral ruimte te geven om zich verder te vormen — het park wordt daarmee een continu in ontwikkeling zijnd landschap in plaats van een afgerond, statisch project.

Centrale elementen zijn The Ore, een lagune met meerdere waterniveaus om te zwemmen, en een kunstmatige heuvel van ongeveer 25 meter hoog — opvallend in een verder zeer vlakke stad — die uitzicht biedt over haven en stad. Naast wilde delen komen er ook faciliteiten zoals sportvelden, speeltuinen, activiteitenterreinen, gemeenschapsruimtes en zelfs een eigen metrostation. Het idee is de grens tussen stad en natuur geleidelijk te vervagen, zodat water, kust en bebouwing sterker met elkaar verweven raken.

De Kopenhagen-aanpak wordt in Nederland met interesse gevolgd. Landschapsarchitect en stedenbouwkundige Steven Delva ziet dit type grote natuurontwikkeling als wenselijk voor Amsterdam, maar wijst op een belangrijk verschil: in Nederland moet nieuwe natuur meestal een directe maatschappelijke of juridische onderbouwing hebben — denk aan compensatieverplichtingen of het koppelen van natuur aan taken zoals waterzuivering of grondreiniging. Als die koppelingen er zijn, kunnen vergelijkbare projecten wel doorgaan.

Als voorbeeld wijst Delva op Het Oog, het geplande park van 23 hectare in de tweede fase van IJburg dat Strandeiland-onderdelen moet verbinden. Dat project combineert recreatie en zwemmen met een boven- en onderwaterecologie die ook functioneert als waterzuiveringssysteem; zo werd budget voor een technische buis ingezet om tegelijk een ecologisch landschap te realiseren.

Delva benadrukt dat Amsterdam qua verhouding stad–natuur niet slecht scoort, maar dat het tempo en de ambitie omhoog kunnen. Hij pleit voor het denken in lange groene lijnen door de stad — corridors waar wilde planten en dieren kunnen doordringen — in plaats van losse, afgebakende parken. Kritiekpunt is dat sommige herinrichtingen, zoals delen van de Amstelkade, juist ruimte teruggeven aan auto’s in plaats van te vergroenen. Conclusie: Nordør toont wat mogelijk is als steden durven investeren in grootschalige, multifunctionele natuur; in Nederland werkt het vooral als zulke projecten een duidelijke maatschappelijke meerwaarde leveren.