Koopkracht stijgt in 2026: alle inkomensgroepen gaan erop vooruit

In dit artikel:

Loonstijgingen zorgen ervoor dat de koopkracht in 2025 en 2026 met respectievelijk 0,7 en 1 procent zal toenemen, waarbij alle inkomensgroepen ongeveer gelijk profiteren, aldus het Centraal Planbureau (CPB). Gepensioneerden blijven dit jaar achter door de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, maar maken in 2026 volgens het CPB een inhaalslag. Ondanks de daling van het aantal mensen onder de armoedegrens, neemt het aandeel mensen in diepere armoede toe. De koopkrachtverbetering is vooral het resultaat van cao-loonafspraken als reactie op de hoge inflatie, niet van kabinetsbeleid. Het CPB verwacht bovendien dat de inflatie volgend jaar iets zal afnemen en voorspelt voor dit jaar en volgend jaar economische groei van respectievelijk 1,7 en 1,3 procent, gestimuleerd door uitgaven van huishoudens en de overheid. Onzekerheid bestaat rondom bedrijfsinvesteringen vanwege onder meer de dreiging van een handelsconflict onder leiding van Donald Trump.

Hoewel de economische vooruitzichten gunstig zijn op korte termijn, waarschuwt het CPB voor de lange termijn: door vergrijzing stijgen de kosten voor AOW en zorg, wat het begrotingstekort en de staatsschuld onder druk zet. Zonder beleidswijzigingen loopt de staatsschuld op tot 126 procent van het bbp in 2060, aanzienlijk boven de EU-normen. Deze prognose sluit extra defensie-uitgaven voor de NAVO-norm buiten beschouwing. Het CPB overweegt verschillende scenario’s, waarbij bezuinigingen of technologische ontwikkelingen de schuld kunnen beperken, terwijl klimaatkosten de schuldenlast juist kunnen verhogen.