Koopkracht gestegen: we mopperen over financiën, maar geven tegelijk meer uit

donderdag, 11 september 2025 (11:18) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het CBS, legt uit waarom Nederlanders het gevoel hebben erop achteruit te gaan terwijl de cijfers anders tonen. Volgens het CBS steeg de gemiddelde koopkracht in Nederland vorig jaar met 3,6 procent — de sterkste toename in twintig jaar — vooral door een uitzonderlijke gemiddelde cao-loonstijging van 6,8 procent (de hoogste in veertig jaar). De prijzen gingen gemiddeld 3,1 procent omhoog, zodat het reële inkomen per saldo toenam.

Tegelijkertijd is die tegenstrijdigheid verklaarbaar: hoge en zichtbare prijsstijgingen in dagelijkse uitgaven (boodschappen, benzine, uitjes) blijven in het geheugen hangen, terwijl men snel went aan een hoger loon. Driekwart van de huishoudens met een baan in loondienst zag zijn bestedingsruimte groeien; wie tijdelijk werkloos werd, minder ging werken of ontslag nam, verloor koopkracht. Huishoudens met bijstand stegen het minst (+0,2%). Mensen geven nu meer uit en sparen ook meer, ondanks het sombere gevoel.

De verdeling van de winst is ongelijk: dertigers en veertigers profiteren relatief het meest doordat zij vaak midden in hun loopbaan hogere lonen ontvangen, terwijl lagere inkomens het minst hebben aan de stijging — mede omdat ondersteunende maatregelen zoals de energietoeslag zijn weggevallen. Kortom: macrocijfers laten een koopkrachtstijging zien, maar individuele ervaringen variëren sterk door zichtbare prijsdruk en verschillen in inkomenspositie.