Koolmees genoemd als verkenner: D66 wil over links, maar centrumrechts ligt gewoon voor de hand
In dit artikel:
De kabinetsformatie in Den Haag is begonnen en het artikel stelt dat D66 onder leiding van Rob Jetten bewust de linkse richting op wil gaan, ondanks dat een stabiele centrumrechtse meerderheid mogelijk is. Jetten zou inzetten op een coalitie met GroenLinks en PvdA; de naam van Wouter Koolmees (voormalig D66-minister en topman bij NS) als mogelijke verkenner past volgens het stuk in dat plan omdat hij partijgetrouw is en nauwe banden heeft met links.
Feitelijk is er volgens de analyse wél een reële centrumrechtse optie: een samenwerkingsverband van D66, VVD, CDA en JA21 levert al 75 zetels op, met BBB erbij 79 zetels en met FVD in plaats van BBB 82 zetels. Politiek gezien zou zo’n combinatie volgens het artikel stabiliteit, verantwoorde economische keuzes (minder regels, minder belastingdruk) en strengere immigratieafspraken kunnen bieden — thema’s die tijdens de campagne veel aandacht kregen.
De kernkritiek is dat D66 deze weg zelf blokkeert. De partij weigert volgens het stuk te praten met partijen als BBB en FVD en vindt JA21 te rechts, terwijl ze publiekelijk blijft spreken over ‘bruggen bouwen’. Daardoor zou D66, ondanks haar centrumclaim, consequent kiezen voor samenwerking met GroenLinks-PvdA en zo de brug naar het rechts-midden opblazen. Dat wordt gepresenteerd als een breuk met de verwachting van veel kiezers, die D66 hadden zien als stabilisator van het politieke midden in plaats van als een motor van progressief beleid.
De auteur concludeert dat deze houding een politieke crisis veroorzaakt: de kiezer heeft rechtse voorkeuren laten zien, maar de formatie lijkt op voorhand te verschuiven naar links vanwege D66’s principiële uitsluitingen. Als Jetten voor een links kabinet gaat, zou dat volgens het stuk geen frisse start zijn maar een voortzetting van beleid met hogere lasten en meer regeldrift, waarmee D66 volgens de schrijver het publieke vertrouwen in de politiek verder ondermijnt.
Kort samengevat: er liggen praktische meerderheden voor een centrumrechtse coalitie, maar D66’s principiële weigering om met bepaalde ‘populistische’ partijen te werken duwt de formatie naar links en belemmert volgens de auteur het vormen van een breder, stabiel kabinet dat volgens veel kiezers wenselijk zou zijn.