Koning van de Nederlandse televisie

vrijdag, 17 oktober 2025 (15:54) - Joop

In dit artikel:

In De Fles, een kunstenaarskroeg waar jonge Bob Rooyens en Gerard Cox hun ambities bespraken, ontstond de eerste droom om professioneel in de Nederlandse entertainmentwereld te werken. Cox kreeg recent een rijk geïllustreerde biografie bij zijn 85e verjaardag; tegelijk leidde een vertoning van Rooyens’ tv-show It’s all-in the game (1984) tot een ontmoeting met de regisseur zelf.

Bob Rooyens geldt als een van de pioniers van de Nederlandse televisie: hij begon al op 22-jarige leeftijd als regisseur en bouwde in ruim zestig jaar een indrukwekkend oeuvre op. Hij was de eerste regisseur van onder meer Willem Duys en het tienerprogramma Moef Ga Ga, en maakte krachtige personality-shows met artiesten als Adèle Bloemendaal, Loesje Hamel en Lia Dorana. Zijn aanpak werd soms omschreven als veeleisend, controversieel en vernieuwend; zelf signaleerde hij al in 1986 dat de regisseursrol kleiner werd en dat oppervlakkigheid toenam in het vak.

De totstandkoming van It’s all-in the game illustreert Rooyens’ werkmethoden en de logistieke kanten van showbusiness. Hilversumse netwerker Gerrit den Braber wilde een eigen show voor zijn vrouw Thérèse Steinmetz en wist financiering te regelen. Productie vond deels plaats in Boekarest, waar technische beperkingen—cameramensen filmden vaak steeds vanuit één standpunt en decors waren somber door de Ceausescu-tijd—creatieve oplossingen vergden. Rooyens liet daarom onder meer felle verf uit Scheveningen aanvoeren om de sets op te fleuren. De uitzending bracht Steinmetz en de Roemeense Angela Similea samen, met optredens van Nederlandse acts als Anita Meijer, de Dolly Dots en Flairck, en maakte gebruik van eenvoudige special effects waardoor het geheel een kunstzinnige, soms surreële uitstraling kreeg.

Het programma oogstte internationale waardering met een eervolle vermelding op het festival van Montreux; Rooyens had eerder al prijzen behaald met Liesbeth List in Duitsland, waar hij ook grote artistieke successen kende na de doorbraak van collega’s als Rudi Carrell. Het verhaal toont zowel Rooyens’ vakmanschap als de manier waarop persoonlijke netwerken, improvisatie en internationale samenwerking televisieproducties vormgaven.