NU+ | Kok rijdt na tip van Wüst met twee handen op rug naar titel: 'Was riskant'
In dit artikel:
Femke Kok domineerde het eerste toernooi van het olympisch seizoen in Thialf. Na haar vierde nationale titel op de 500 meter pakte ze nu ook de Nederlandse titel op de 1.000 meter, deels dankzij een ongebruikelijke techniek: rechte stukken met beide handen achter de rug — een raad van Ireen Wüst.
Wüst, de meest succesvolle Nederlandse olympiër en in Thialf als analist aanwezig, is oud-teamgenoot van Kok en gaf haar kort voor de start het vertrouwen om het te proberen. Kok volgde het advies en schreef daarmee haar eerste NK-titel op de kilometer op haar naam. Ze noemde de keuze een risico; de gereden tijd van 1.13,59 was niet zo scherp als twee weken eerder in Heerenveen (1.12,87), maar voldoende voor de overwinning. Kok gaf aan niet helemaal fris te zijn en daarom soms toch met losse armen te hebben gereden.
Het gebruik van beide handen achter de rug levert een aerodynamisch voordeel op, maar vraagt veel coördinatie en is niet voor iedereen geschikt. Wüst stimuleerde deze aanpak ook bij andere rijders: Teamgenoot Kjeld Nuis profiteerde er bijvoorbeeld van bij zijn zesde NK-titel op de 1.500 meter. Kok zelf heeft ervaring met de methode — ze reed er al een baanrecord mee op de 1.500 meter — en noemt haar WK-zilver op de 1.000 meter vorig jaar een belangrijk keerpunt dat vertrouwen gaf.
Kok is blij met de bevestiging dat ze ook op de 1.000 meter kan meedoen om de winst en heeft als doel uiteindelijk onder het baanrecord van Jutta Leerdam te duiken. Ze toont daarmee zowel durf in techniek als duidelijk groeipotentieel voor het olympische seizoen.