Ko van 't Hek: 'Liegen in de politiek: not a big fan. Liegen in de kunst: heel spannend'

donderdag, 9 oktober 2025 (00:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

In Börre reconstrueert en beantwoordt Ko van ’t Hek een jeugdstunt die hem al meer dan twee decennia achtervolgt. Toen hij twaalf was, stuurde hij samen met vriend Jelle een verzonnen brief naar de VPRO-rubriek Achterwerk: onder het denkbeeldige alter ego Börre meldden ze pesterijen en het verlies van een teckel. De brief werd geplaatst en leverde meer dan honderd warme, persoonlijke reacties op uit het hele land — sommige mensen boden zelfs penvriendschap aan. Het probleem: Börre bestond niet.

Meer dan 25 jaar later vindt Ko die stapel brieven in een V&D-tas op zolder en besluit hij ze te lezen. De intensiteit en openhartigheid van de reacties treffen hem diep. Zijn debuut, vormgegeven als een excuusbrief, is een poging verantwoording af te leggen voor de gevolgen van die kinderlijke leugen en de aandacht die hij anderen daarmee onterecht vroeg. Hij erkent dat hij destijds geen verantwoordelijkheid nam voor het losmaken van iemands intieme verhalen en probeert met het boek iets goed te maken door dezelfde zorg en aandacht te geven aan die gevoeligheden.

In een gesprek bij uitgeverij Thomas Rap reflecteert Van ’t Hek op thema’s die het boek dragen: waarheid, verantwoordelijkheid, de cultuur van de jaren negentig en mannelijkheid. Hij plaatst vraagtekens bij feitelijkheid versus poetische waarheid — met verwijzing naar Werner Herzog — en onderscheidt liegen in kunst (spannend) van liegen in politiek (onacceptabel). De jaren negentig schetst hij als een ietwat naïeve, collectieve mediacultuur waarin nog iedereen dezelfde clips en referenties deelde, iets wat nu door algoritmen en fragmentatie verdwenen is.

De relatie met Jelle is nog steeds goed; Jelle las het manuscript vooraf en stemde op genereuze wijze in met de weergave. Ko reflecteert ook op zijn ouders: hun reactie destijds illustreerde volgens hem een VPRO-mentaliteit waarbij kinderen via deelname en spel de wereld leren kennen — de brief was deels een spel om sociale dynamiek te verkennen.

Persoonlijke worstelingen krijgen ruimte in het boek: Van ’t Hek schrijft open over zijn depressies. Hij ziet dat het belangrijk is daarover te spreken zonder schaamte en plaatst zijn mentale gezondheid naast andere onderdelen van zijn identiteit (opgroeien in Nigtevecht, studie filosofie). Over emotionele openheid bij mannen merkt hij op dat het onderwerp tegenwoordig vaker in het publieke debat verschijnt, maar dat herkenbare ongemak in zijn generatie nog lang niet verdwenen is.

Literatuur en invloed komen regelmatig terug in het gesprek: troost vond hij in Ottessa Moshfeghs Mijn jaar van rust en kalmte; levensveranderend was Wittgensteins Tractatus. Hij noemt Édouard Levés Zelfportret als recent opvallende vondst en de dichter Hans Faverey als favoriet. Ook deelt hij voorkeuren (Dostojevski boven Tolstoj, Camus boven Houellebecq) en noemt hij Karel Martens als recente tentoonstellingsaanrader.

Börre is daarmee zowel een persoonlijke verwerking als een bredere reflectie op hoe verhalen waarheid construeren, welke verantwoordelijkheid makers dragen en hoe een ogenschijnlijk onschuldige grap diepe, onvoorziene gevolgen kan hebben voor de mensen die erop reageren.