Knettergekke rechter verbiedt afschot wolf: boeren blijven met verscheurde schapen achter

In dit artikel:

Een voorzieningenrechter in Arnhem heeft bepaald dat de wolf die in de gemeente Barneveld tientallen schapen doodde niet mag worden afgeschoten. De rechter vond dat de provincie Gelderland onvoldoende heeft aangetoond dat doden van het dier noodzakelijk was en dat er niet genoeg naar alternatieven was gekeken. Daardoor kan de wolf voorlopig niet worden geteld als ontheffingsgrond; de zaak moet eerst goed worden onderzocht.

De aanval op de schaapskudde leidde tot grote verontwaardiging onder boeren in de regio: veel dierenleed, materiële en emotionele schade en het gevoel van machteloosheid. Het vonnis frustreert hen omdat de praktische maatregel die zij wensen — het doden van het roofdier — volgens de rechtbank pas gerechtvaardigd is als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput.

De uitspraak zette ook discussie over prioriteiten in de samenleving in de verf. De auteur van het stuk verzet zich fel tegen de beslissing en stelt dat rechters te veel uitgaan van natuurbescherming ten koste van landbouwbelangen; vergelijkingen worden gemaakt met andere milieudebatten zoals stikstof en klimaatbeleid. Tegelijkertijd past de uitspraak binnen de juridische realiteit dat wolven in Europa sterk beschermd zijn en dat dodelijke ingrepen alleen onder strikte voorwaarden zijn toegestaan als er geen minder ingrijpende alternatieven blijken te werken.

Kortom: de rechtszaak illustreert de groeiende spanning tussen natuurbeheer en boerenbelangen, waarbij praktijken zoals schapenbescherming, hekwerk en preventieve maatregelen centraal staan in de vervolgstappen. Boeren voelen zich voorlopig in de kou gezet, de juridische discussie over wanneer en hoe een wolf kan worden bejaagd blijft lopen.