Knetterende ruzie tussen VVD en BBB - strijd over macht, geld en beloftes breekt open
In dit artikel:
Het demissionaire kabinet is verwikkeld in een felle interne strijd tussen VVD en BBB, waarbij de breuk niet om kleinigheden draait maar om de fundamenten van hun samenwerking: het eigen risico in de zorg, de opvang van Oekraïners en het stikstofbeleid. Volgens ingewijden is de sfeer “giftig” en werken partijen nauwelijks nog samen.
Het conflict escaleerde vorige week rond het eigen risico — in het coalitieakkoord stond een halvering van 385 naar 165 euro vanaf 2027. Voor BBB en partijleider Caroline van der Plas was dat een centrale belofte; de VVD wil het voorstel niet eens meer aan de Kamer voorleggen en houdt, naar eigen zeggen, financiële ruimte voor een nieuw kabinet. BBB weigert dat te accepteren en stelt dat het in ieder geval geprobeerd moet worden wetgeving te realiseren.
Ook over de opvang van Oekraïners botst het kamp: met het aflopen van uitzonderingsregels uit Brussel moet Nederland zelf bepalen welke rechten en voorzieningen vluchtelingen krijgen. De VVD pleit voor terughoudendheid uit zorg voor kosten en de druk op de IND; BBB wil ruimhartiger opvang zonder blijvende financiële of gemeentelijke verplichtingen. Beide partijen schuiven elkaar de rekening en verantwoordelijkheid toe, wat leidt tot politieke stilstand.
Het stikstofdossier vormt het derde twistpunt. BBB wil de doelstellingen herzien en het beleid voor 2030 van tafel, uitgaande van meer ruimte voor boeren. De VVD benadrukt dat het kabinet demissionair is en wil geen grote beleidswijzigingen meer doorvoeren. Voor BBB, dat groot werd met boerenonderwerpen, is dit dossier een laatste kans om relevant te blijven na de verkiezingsnederlaag; dat draagt bij aan de escalatie.
Achter de schermen klinken wederzijdse verwijten: BBB beschuldigt de VVD ervan BBB-succesjes opzettelijk te blokkeren, de VVD ziet BBB als uitgewerkt en kijkt al vooruit naar nieuwe coalitievormen (mogelijk met D66, CDA en JA21). Binnen BBB speelt bovendien interne onrust en een beginnende leiderschapscrisis. Het gevolg is dat gemaakte afspraken onder druk staan en het vertrouwen is verdwenen.
Kortom: in plaats van gezamenlijk beleid voor een laatste demissionaire periode te maken, lijken VVD en BBB steeds meer elkaars antagonisten te worden. Dat vergroot de kans op een publieke breuk met moddergooien en laat een kabinet achter dat wel formeel functioneert maar weinig richting of draagvlak heeft. Voor BBB kan een open conflict de partij verder marginaliseren; voor de VVD draait het om politieke ruimte en timing richting de volgende kabinetsformatie.