Kneecap-zanger verschenen voor rechter in Londen voor inbreuk op terreurwet, nieuwe zitting over een maand

In dit artikel:

Liam Óg Ó hAnnaidh — artiestennaam Mo Chara — van de Noord-Ierse rapgroep Kneecap is in Londen voor de rechtbank verschenen. Hij wordt verdacht van een overtreding van de Britse terrorismewet omdat hij tijdens een concert in november vorig jaar met een vlag van de Libanese strijdgroep Hezbollah op het podium zou hebben gezwaaid. Een vervolgzitting staat gepland op 26 september.

Bij de zitting van vandaag stonden enkele honderden aanhangers Ó hAnnaidh op te wachten, gewapend met Ierse en Palestijnse vlaggen en leuzen voor zijn vrijlating. De twee andere bandleden waren ook aanwezig. Na afloop zei Ó hAnnaidh dat de zaak “de aandacht afleidt van het echte verhaal: de acties van Israël in de Palestijnse gebieden.”

De verdediging, een team van bekende advocaten, vroeg om sepot op een procedurele grond: de aanklacht werd volgens hen in mei ingediend, maar pas één dag na de wettelijke termijn van zes maanden. Over die kwestie is ruim drie uur gepleit; de rechtbank zal daar bij de volgende zitting over oordelen.

Volgens de Londense politie vormt het tonen van de Hezbollah-vlag een strafbaar feit omdat Hezbollah in het Verenigd Koninkrijk als terroristische organisatie geldt; ook België en de EU zetten de militaire vleugel op hun terreurlijsten. Kneecap stelt dat de vlag door een toeschouwer op het podium werd gegooid en beschouwt de vervolging als politiek gemotiveerd en gericht op het muilkorven van de groep.

Kneecap staat bekend om haar uitgesproken politieke statements: solidariteit met Palestina, het vaak dragen van een Palestijnse keffiyeh door Ó hAnnaidh, en oproepen tot hereniging van Noord‑Ierland met Ierland. De band heeft recent voor controverse gezorgd — ze werden bijvoorbeeld van Sziget in Hongarije geweerd, maar konden wel op Glastonbury optreden en speelden zonder uitsluiting op Pukkelpop, waar een kritische banner tegen de Belgische regering verscheen.