Klimaatpaniek voorbij? Europa gaat stug door

vrijdag, 12 december 2025 (08:19) - Indepen

In dit artikel:

Marcel Crok stelt dat de periode van “klimaathysterie” voorbij is, maar dat het klimaatbeleid nog lang niet van het toneel verdwenen is. Als reden voor die verminderde druk noemt hij recente geopolitieke en publieke verschuivingen: de Amerikaanse terugtrekking uit het klimaatakkoord van Parijs onder president Trump en het stopzetten van Amerikaanse financiering voor de VN-klimaatorganisatie, de lage opkomst van wereldleiders op de klimaattop in Belém (Brazilië) en terugtrekkende steun van invloedrijke figuren zoals Bill Gates. Ook noemt hij dat prominente activisten als Greta Thunberg zich deels van klimaat naar andere thema’s verplaatsen, en dat enkele voormalige klimaatalarmisten (onder wie Michael Shellenberger) hun standpunten bijstelden, mede na recent onderzoek dat geen versnelling in zeespiegelstijging zou aantonen.

In Brussel hield de klimaatsceptische stichting Clintel onlangs een persconferentie, waarbij voormalig Tsjechisch president Václav Klaus werd benoemd tot president van Clintel. Klaus, bekend om zijn liberale economieopvattingen en felle kritiek op de klimaatagenda, is lid van de Clintel World Climate Declaration — een verklaring die stelt dat er geen klimaatcrisis is en die door ruim 2.000 ondertekenaars, waaronder enkele gevestigde wetenschappers, is ondertekend. Crok gebruikt dit evenement om zijn stelling kracht bij te zetten: volgens hem zijn er geen duidelijke signalen van toegenomen extremen (orkanen, overstromingen, bosbranden, droogte), geen stijging van wereldwijde weerschades en een sterke daling van slachtoffers door extreem weer, waardoor de hedendaagse samenlevingen steeds minder kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.

Tegelijkertijd wijst Crok op de kloof tussen publieke perceptie en beleidspraktijk. Hij somt recente beleidsvoorstellen en maatregelen op die volgens hem ingrijpend en kostbaar zijn, zoals een EU-voorstel om de uitstoot in 2040 met 90 procent te verminderen. Hij betoogt dat zulke ambitieuze doelen alleen haalbaar zijn met verregaande ingrepen die de samenleving en industrie zwaar belasten. Als voorbeelden noemt hij de druk op de Europese industrie door hoge energieprijzen, opzeggingen en ontslagen, en het vertrek van bedrijven naar gebieden met lagere energie- en productiekosten.

Specifiek voor Nederland bespreekt Crok problemen rond windparken op de Noordzee (bouwers trekken zich terug en de minister overweegt weer subsidies), de grote investeringen die nodig zijn in netinfrastructuur en de financiële risico’s voor de belastingbetaler. Hij noemt Tata Steel, dat miljardensteun zoekt om over te schakelen naar ‘groene’ staalproductie met waterstof, terwijl de businesscase voor grootschalige waterstofproductie en de benodigde netwerkuitbreiding volgens hem zwak is en tot extra miljardenkosten leidt.

Crok legt de aanhoudende beleidsdrift uit door de aard van overheids- en EU-bureaucratieën: beleidsfouten krijgen volgens hem zelden disciplinaire gevolgen, waardoor ambtenaren en politieke architecten, zoals hij Diederik Samsom noemt, het beleid blijven verdedigen. Hij vergelijkt de onverminderde inzet voor de Green Deal met een kasteel dat veel kritiek kan weerstaan, maar volgens Crok uiteindelijk op instorten staat. Zijn sombere verwachting is dat klimaatbeleid pas zal eindigen wanneer de gevolgen van dat beleid zo ingrijpend worden dat de Europese samenlevingen erdoor worden teruggeslagen — een vergelijking die hij trekt met de laatste dagen van het communisme in Oost-Europa, toen elites hun posities behielden tot het systeem instortte.

Achtergrond: Marcel Crok is wetenschapsjournalist en medeoprichter van Clintel; hij publiceert boeken en artikelen die de gangbare klimaatwetenschap en -politiek kritisch bekijken. Dit artikel is de eerste in een wekelijkse reeks voor Indepen waarin hij klimaatverandering en beleid vanuit een sceptischer perspectief wil blijven behandelen.

Korte nuance voor de lezer: Crok presenteert een kritische, contrasterende kijk op klimaatbeleid en -wetenschap. Zijn conclusies en verwijzingen naar studies en verklaringen (zoals die over zeespiegelstijging en het ontbreken van toegenomen extremen) liggen in een debat waarin veel wetenschappers en instellingen andere conclusies trekken. Wie het besluitvormingsproces of beleidsvoorstellen wil beoordelen, doet er goed aan ook de bredere wetenschappelijke literatuur en beleidsanalyses te raadplegen.