Klimaatheld of olieboer: welke rol speelt Braziliaans president Lula, gastheer van de klimaattop morgen?

zondag, 9 november 2025 (13:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

President Luiz Inácio "Lula" da Silva profileert zich op COP30 in Belém als pleitbezorger van het Amazonewoud, maar thuis voert hij een beleid dat ecologie en economische ambitie probeert te verzoenen — met spanningen tot gevolg. Lula sleepte de conferentie naar Belém om de wereld letterlijk naar de poort van het regenwoud te brengen, en lanceerde daar ook het nieuw opgezette tropische bossenfonds (TTTF) dat landen moet compenseren voor het beschermen van regenwoud. Het fonds werd als eerste succes gevierd, maar van de benodigde ongeveer 125 miljard dollar is het grootste deel nog niet gegarandeerd. De keuze voor Belém leidde bovendien tot logistieke problemen: de stad is klein voor de naar schatting 50.000 deelnemers en hotelprijzen schrikten vooral armere landen af.

Tegelijkertijd zette Lula in de aanloop naar de COP zijn steun achter uitbreiding van oliewinning. Eind oktober kregen Petrobras en andere bedrijven toestemming om in diepzeevelden ruim 500 kilometer uit de monding van de Amazone te boren — een vergunning die een jaar eerder nog was geweigerd wegens zorgen over milieubescherming. Die beslissing lokte scherpe kritiek uit van milieuorganisaties, die spreken van een tegenstrijdigheid tussen Braziliaans klimaatbeeld en beleid. De regering verdedigt de winsten: olie-inkomsten moeten de economie versterken en volgens Lula kunnen ze op termijn ook bijdragen aan de energietransitie.

Economische motieven zijn duidelijk: Brazilië is momenteel de zevende grootste olieproducent en streeft ernaar tegen 2040 de vierde plaats in te nemen. Grote westerse bedrijven zoals Equinor, Shell, Chevron, ExxonMobil, TotalEnergies en BP zijn actief of geïnteresseerd, en Zuid-Amerika als geheel ziet volgens analisten een sterke opwaartse olieproductie — Guyana is het meest extreme voorbeeld van snelle groei.

Op het vlak van landbeheer en ontbossing valt wél vooruitgang te noteren. Onder Lula daalde de kap in het Amazonegebied naar schatting met ongeveer de helft ten opzichte van de voorgaande periode; grote gebieden zijn onder federale bescherming geplaatst en maatregelen tegen de belangrijkste aanjagers — veeteelt en grootschalige landbouw — werden genomen. Ontbossing veroorzaakte in 2023 ongeveer 1,1 miljard ton CO2, ruim de helft van Braziliës totale uitstoot; verbranding van fossiele brandstoffen was goed voor circa 420 miljoen ton. De Braziliaanse regering meldt dat de totale broeikasuitstoot in 2024 met 12 procent daalde.

Het beleid weerspiegelt de lastige afweging: groeibehoeften en armoedebestrijding versus internationale klimaatverplichtingen. Energieminister Alexandre Silveira wijst op de plicht van rijke, geïndustrialiseerde landen om de energietransitie in het globale Zuiden financieel te ondersteunen. Marina Silva, Lula’s minister van Milieu, erkent de tegenstrijdigheid tussen klimaatleiderschap en uitbreiding van olie-exploitatie en plaatst die dilemma’s in een bredere, mondiale context. De situatie in Brazilië illustreert daarmee bredere spanningen tussen economische ontwikkeling en klimaatambities, waarin beleidskeuzes deels buitenlands kapitaal en marktkrachten weerspiegelen.