Klimaatbeleid stagneert, zien adviseurs kabinet: 'Enorme kluif'
In dit artikel:
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) waarschuwt op Prinsjesdag dat de kans dat Nederland het 2030-doel haalt snel slinkt: er is volgens de rekenmeesters nog "minder dan 5 procent kans" dat de afgesproken 55% CO2-reductie ten opzichte van 1990 gehaald wordt. Belangrijke oorzaken zijn politieke keuzes en technische tegenvallers die het klimaatbeleid onder druk zetten.
Concreet blijkt dat cruciale maatregelen achterlopen of minder effectief zijn dan verwacht. Offshore wind — lang gezien als een pijler van de energietransitie — levert in de ramingen minder vermogen op (van eerder 12 GW naar ongeveer 9–10 GW). Ook lopen uitrol van warmtevoorzieningen, het fijnafstemmen van het elektriciteitsnet en de verduurzaming van zware industrie achter. Het PBL stelt dat zelfs extreme combinaties van maatregelen, zoals het sluiten van Tata Steel plus invoering van rekeningrijden, onvoldoende zouden zijn om het gat te dichten.
Politieke beslissingen verergeren het probleem: er is geen langjarig budget voor de SDE++-subsidies na 2026, oude stikstofplannen zijn geschrapt, het rekeningrijden is uitgesteld en de CO2-heffing voor bedrijven is teruggedraaid. Daarnaast kan afschaffing van salderen de groei van zonnepanelen vertragen. Minister Sophie Hermans kondigt wel 1 miljard euro aan voor nieuwe windparken om de bouw te stimuleren.
Er zijn ook positieve signalen: Nederland zal waarschijnlijk voldoen aan een ruimere Europese uitstootnorm en de afhankelijkheid van energie-import daalt van bijna 80% nu naar onder de 70% in 2030. Desondanks concludeert het PBL dat het een flinke opgave wordt voor een volgende regering om het 2030-doel alsnog binnen bereik te krijgen.