Kleine voorraad voedsel aanleggen kan al groot verschil maken
In dit artikel:
Lege schappen zijn in Nederland zeldzaam, maar niet onmogelijk: tijdens crises zoals de coronapandemie of bij geopolitieke spanningen kan het aanbod wél onder druk komen te staan. De auteur beschrijft zijn persoonlijke neiging tot zelfvoorziening — een goed gevulde voorraadkast met conserven, peulvruchten en meel, een moestuin en inkopen bij markt, bakker en boer — en erkent tegelijk de grenzen daarvan. Volledige zelfvoorziening vergt veel ruimte en is niet schaalbaar voor grote groepen; tijdens corona leidde lokale vraag naar meel bijvoorbeeld tot overbelasting van molenwinkels.
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), vertegenwoordigd door directeur Marc Jansen en woordvoerder Lisa Martis, houdt zich bezig met het in stand houden van de logistieke keten van producent via distributiecentrum naar supermarkt. Lege schappen hebben meerdere oorzaken: zakelijke conflicten met leveranciers (zoals bij koffie), logistieke storingen of cyberaanvallen (voorverpakte kaas), en consumentengedrag zoals hamsteren. Dergelijke paniekinkopen verschenen na het begin van de oorlog in Oekraïne bij zonnebloemolie en tijdens corona bij wc-papier, terwijl er nationaal vaak wel voldoende voorraad is. Tegelijk kan massaal extra inkopen de keten ernstig ontwrichten: als een klein percentage van consumenten extra koopt, raakt die voorraad snel uitgeput.
De levensmiddelensector heeft draaiboeken voor crises, maar die zijn niet altijd toekomstbestendig; het draaiboek voor de Mexicaanse griep bleek ongeschikt voor de unieke eisen van corona (zoals winkelcapaciteit en afstandsregels). Andere kwetsbaarheden zijn afhankelijkheid van buitenlandse toeleveranciers — verpakkingen kwamen bijvoorbeeld uit Noord-Italië — en personeelsrisico’s: arbeidsmigranten kunnen bij geopolitieke escalatie terugkeren of troepen en vluchtelingen kunnen de vraag flink opdrijven.
De overheid start dit najaar een campagne om huishoudens te stimuleren een kleine voorraad aan te houden, vergelijkbaar met het Zweedse advies. Het CBL steunt het idee dat extra buffers bij burgers een run op supermarkten kunnen voorkomen, maar waarschuwt dat als iedereen tegelijk gaat hamsteren het effect juist averechts werkt. Wat we gewend zijn qua groot assortiment zou in acute nood tijdelijk kleiner kunnen worden; een duidelijke nationale definitie van basisvoedsel ontbreekt.