Kleine dorpen lopen verder leeg, Nederlanders trekken vaker naar de stad
In dit artikel:
In Nederland blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de verstedelijking de afgelopen tien jaar toenam, met een aanzienlijke leegloop van kleinere dorpen, vooral in het noorden. Tussen 2011 en 2021 daalde het inwonertal in meer dan de helft (55 procent) van de plaatsen met minder dan 1000 inwoners, terwijl de meeste grote steden (84 procent) met 20.000 inwoners of meer stabiliteit of groei in hun inwoners ervoeren.
De afname van de bevolking is het meest uitgesproken in de noordelijke provincies zoals Groningen, Friesland en Drenthe, waar bijna 70 procent van de dorpen te maken had met krimp. In tegenstelling tot dit beeld, was de situatie in het westen van Nederland beter, met slechts 30 procent van de plaatsen die ook krimpen. Oost- en Zuid-Nederland vertonen gemiddelden van respectievelijk 41 en 44 procent voor bevolkingskrimp.
Een belangrijke factor achter deze leegloop is dat meer mensen vertrekken dan dat er nieuwkomers zijn, hoewel natuurlijke krimp door overlijden en geboortes momenteel minder vaak voorkomt. Het CBS voorspelt echter dat vergrijzing een groeiende oorzaak zal zijn van natuurlijke krimp in de toekomst. Ondanks de afname van het aantal inwoners, nam het aantal huishoudens in veel dorpen minder af, aangezien huishoudens gemiddeld kleiner worden.