Kerken in Duitse deelstaat Baden-Württemberg rapporteren 849 gevallen van diefstal en vandalisme

In dit artikel:

Het ministerie van Binnenlandse Zaken van Baden-Württemberg downplayt een duidelijke toename van vernielingen en diefstal in religieuze gebouwen: het aantal incidenten steeg met 26% ten opzichte van vorig jaar, met schadebedragen die in de honderdduizenden euro’s lopen. De cijfers — opgevraagd door de FDP — tonen honderden aangiften, maar veel zaken blijven onopgelost: bij kapellen is slechts één op de zes zaken opgelost, bij kerken werd in ongeveer één op de vier gevallen een verdachte geïdentificeerd.

De deelstaat stelt dat de situatie “over het algemeen stabiel” is en er geen aanwijzingen zijn voor een breed maatschappelijk verlies van respect voor religieuze symbolen. Die relativering stuit op kritiek van de FDP en kerkelijke vertegenwoordigers. Tim Kern (FDP) noemt vandalisme “een dubbele heiligschennis” omdat kerken ook plekken van troost en gemeenschap zijn. Een woordvoerder van de Duitse Rooms-Katholieke Bisschoppenconferentie spreekt van een landelijke “escalatie” in vijandigheid tegen christelijke symbolen. Michael Hertl van het aartsbisdom Freiburg waarschuwt dat beveiligingsmaatregelen of sluitingen barrières kunnen veroorzaken die schade toebrengen aan de publieke functie van kerken.

Als vergelijkbaar voorbeeld wordt Groot-Brittannië genoemd, waar na de coronabeperkingen en door hogere metaalprijzen veel loden daken werden gestolen — schade die tienduizenden euro’s kan kosten. De combinatie van openheid, waardevolle materialen en beperkte opsporing maakt kerken kwetsbaar en drukt zwaar op kleine gemeenschappen.