Kerk neemt in jarig Suriname nog altijd een centrale plaats in

donderdag, 27 november 2025 (17:52) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

De hervormde Centrumkerk aan het Kerkplein in Paramaribo staat symbool voor de verwevenheid van religie en politiek in Suriname: in 1996 fungeerde het gebouw zelfs tijdelijk als locatie voor de herverkiezing van president en vicepresident nadat het parlement was afgebrand. Religionaire instituties hebben in de Surinaamse samenleving veel invloed: politieke partijen zijn historisch vaak langs etnisch-religieuze lijnen gevormd en bijna de helft van de basisscholen en middelbare scholen wordt beheerd door religieuze organisaties die door de staat worden gesubsidieerd.

Sinds de onafhankelijkheid in 1975 blijven etniciteit en geloof belangrijke fundamenten van het partijlandschap. Voorbeelden zijn de VHP als overwegend hindoepartij en Pertjajah Luhur met Javaanse, veelal moslimkiezers; veel andere partijen wortelen in christelijke gemeenschappen. Ook de Nationale Partij Suriname heeft diepgewortelde banden met protestantse kringen. Recente verkiezingen toonden zowel mislukkingen als successen van geestelijken in de politiek: ds. Michael Persaud (EBG) verloor zijn poging tot parlementaire vertegenwoordiging, terwijl Steven Reyme, voorganger van Logos International, als voorzitter van Alternatief 2020 wel een zetel verwierf en in de regeercoalitie plaatsnam. A20 profileert zich op basis van een christelijke visie maar zegt open te staan voor andere religieuze groepen.

Voorstanders zoals Reyme en pastor Eliezer Pross zien geen probleem in kerkleden die politiek bedrijven; zij benadrukken dat christelijke politici authentiek moeten blijven en moreel voorbeeld moeten zijn. Reyme zegt dat “politici te allen tijde correct” moeten handelen en waarschuwt dat leiders — net als vorige regeringen — eerder neigen naar zelfverrijking dan naar ontwikkeling, iets wat volgens hem niet strookt met Gods bedoeling. Pross, zelf van journalist tot predikant, wijst op de groei van lokale kerken en noemt de verspreiding van het evangelie een blijvende, wereldwijde behoefte. Hij verdedigt het politieke optreden van christenen als noodzakelijk om normen en waarden te beschermen tegen wat hij ziet als anti-bijbelse tendensen in wetgeving.

Tegenover deze visie staat stevige kritiek vanuit de achterban. Lisette Buitenveldert, opgegroeid in de EBG, voelt zich door politieke ambities van predikanten verraden en verliet haar kerk toen een geestelijke zich verkiesbaar stelde; zij bestempelt dergelijke overstappen als opportunisme en ziet ze als ondermijning van het geloof. Het verhaal van Carl Breeveld illustreert de risico’s: zijn partij DOE haalde in 2010 een zetel, sloot later aan bij Desi Bouterse’ kabinet en stortte uiteindelijk in; Breeveld erkende achteraf dat die stap een fout was.

De kern van de spanning in Suriname ligt in de vraag of kerk en politiek elkaar dienen of corrumperen: sommige religieuze leiders gebruiken de kansel als springplank naar bestuursmacht, anderen ruilen een politieke carrière in om zich volledig aan prediking te wijden. beide zijden benadrukken dat geloofsgetrouwheid en integriteit doorslaggevend moeten blijven — zowel om het vertrouwen van gelovigen te houden als om politieke verantwoordelijkheid naar de samenleving toe waar te maken.