Kees Chardon: vastberaden verzetsman uit Delft
In dit artikel:
Kees Chardon, een gereformeerde advocaat uit Delft die in Annejet van der Zijls boek Sonny Boy voorkomt, krijgt in dit nieuwe werk van Trudy van der Wees eindelijk een eigen levensverhaal. Van der Wees raakte via een telefoontje van Chardons zus (in 2005, toen zij bij de Delftsche Courant werkte) geïnteresseerd in zijn verhaal en reconstrueerde met hulp van familie en ooggetuigen zijn rol in het verzet.
Toen de Duitse bezetter Joden in het nauw dreef, organiseerde Chardon juridische hulp en vond hij onderduikplekken. Hij werkte niet binnen de reguliere verzetsstructuren, maar stond bekend om een doortastende werkwijze: hij schakelde mensen met vaste verwachting van medewerking in plaats van om beleefde gunsten te vragen. Daardoor wist hij honderden Joden te laten onderduiken; andere verzetsmensen keken naar hem met zowel bewondering als ergernis vanwege de risico’s die hij nam.
Bij een zaak rond het echtpaar Nods en andere onderduikers sloeg het noodlot toe: een Nederlandse ex-SS-soldaat die eveneens ondergedoken zat, verried Chardon en zijn netwerk. Chardon werd gearresteerd, verbleef in het Scheveningse Oranjehotel en Kamp Vught en werd uiteindelijk naar Duitse kampen gedeporteerd, waar hij kort voor de bevrijding aan uitputting overleed. Medegedetineerden herinnerden zich zijn geestelijke kracht; in één kamp noemden ze hem “der Pastor”.
Van der Wees onderzoekt ook het lot van de Joden die Chardon hielp; veel van hen werden later alsnog verraden of braken bij marteling. Het boek confronteert lezers met ethische vragen over moed en verantwoordelijkheid, en plaatst Chardon als voorbeeld van morele daadkracht in donkere tijden.