Katherine (50) onderzocht jarenlang het psychisch leed van aardbevingsslachtoffers in Groningen. 'Ik kon niet slapen door het leed van bewoners'
In dit artikel:
Katherine Stroebe, voormalig adjunct‑hoogleraar sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, bracht vanaf 2013 het psychische leed van Groningers door de gaswinning en bijbehorende aardbevingen systematisch in kaart. Vanuit de nasleep van de beving in Huizinge richtte zij samen met collega Tom Postmes in 2016 het onderzoeksplatform Gronings Perspectief op. Hun onderzoek toonde aan dat bewoners niet alleen materiële schade leden, maar ook veelvuldig last hadden van stress, verdriet en depressieve klachten — en dat die psychosociale effecten te lang onderbelicht waren.
Hun werk bestond uit langdurige panels en talrijke rapporten waarin bewonerservaringen centraal stonden. Stroebe en haar team legden vast hoe procedures en trage afhandeling wantrouwen en extra spanning veroorzaakten; ze beschreven persoonlijke en ingrijpende verhalen, zoals gezinnen die voortdurend in angst leefden of rouw die verband hield met bevingsstress. Volgens de universiteit heeft hun onderzoek levens veranderd en het beleid beïnvloed: er kwam meer aandacht voor “de mens achter het huis” en Den Haag kon niet langer om die effecten heen.
Als blijk van waardering kreeg Stroebe begin deze maand het lintje Officier in de Orde van Oranje Nassau, uitgereikt door burgemeester Roelien Kamminga. Het eerbetoon voelt echter dubbel: sinds 2022 is Stroebe getroffen door long covid, waardoor ze haar wetenschappelijke werk noodgedwongen moest staken. Het verlies van haar professionele identiteit en het onafgemaakte gevoel over de projecten raakt haar diep; cognitieve en fysieke beperkingen maakten deelname aan het afsluitende rapport en presentaties onmogelijk. Ze spreekt open over de emotionele tol van het veldwerk en over haar strijd om afstand te nemen voor herstel, ook omdat negatieve emoties dat herstel bemoeilijken.
Stroebe benadrukt dat ze niet activistisch wilde zijn, maar juist vasthoudend en zorgvuldig: collega’s noemden haar ooit een “pitbull” omdat ze volhield totdat er verandering kwam. De zware verhalen van bewoners hebben haar vertrouwen in het systeem aangetast; ze zag hoe de overheidsaanpak soms als falend en onbeholpen werd ervaren. Tegelijkertijd is ze trots op de omvang, impact en empathische toon van het onderzoek: vakkundigheid gecombineerd met warmte was voor haar belangrijk.
Physiek gaat het langzaam beter dankzij een experimentele behandeling in de Verenigde Staten en revalidatieve oefeningen (zoals balansoefeningen en cognitieve taken) die haar helpen de hersenen opnieuw te activeren. Die vooruitgang geeft haar hoop, maar de pijn van het moeten loslaten van haar dagelijkse werk en het contact met bewoners blijft voelbaar.