Kartonnen kamers en keramieken slippers: het Rembrandthuis onderzoekt het thuisgevoel
In dit artikel:
In het Rembrandthuis is de tentoonstelling Thuis te zien, een hedendaagse reflectie op wat thuis betekent — als plek, gevoel, ritueel en herinnering. De expositie, die plaatsvindt in het huis waar Rembrandt woonde en loopt tot 4 januari 2026, opent met enkele etsen van Rembrandt zelf en verbindt die historische context met werk van jongere makers die migratie, globalisering en familierelaties verkennen. Hoewel het Rijksmuseum binnenkort een aparte tentoonstelling over het zeventiende-eeuwse huishouden toont, staat deze presentatie los daarvan en focust vooral op moderne perspectieven op thuis.
Kunstenaar Pris Roos bouwt op de derde etage een interieur grotendeels van gerecycled karton; zij werkt daar tijdens de looptijd aan steeds nieuwe, door gesprekken over thuis geïnspireerde huiskamers — haar eigen familiegeschiedenis (emigratie uit Indonesië en het runnen van een toko) speelt een rol in haar associaties. Maria Roosen maakte een met bladgoud bedekt schaalmodel van haar droomhuis in Noord-Frankrijk, waarbij het ideaal belangrijker blijkt dan de bouwkundige realiteit. Arash Fakhim reconstrueert keramische slippers als tastbare herinnering aan gastvrijheidsrituelen uit Iran en Nederland; Gvantsa Jgushia verwerkt motieven gebaseerd op de vloerkunst van haar Georgische grootmoeder in veranderende variaties, als metafoor voor vervagende herinneringen.
Ook performance- en documentair werk is vertegenwoordigd: Pink de Thierry (Helen Scheerder) presenteert foto’s uit haar jaren tachtig-projecten waarin zij tijdelijk in andermans huizen leefde om het begrip gezinsleven en geluk te onderzoeken. Polina Medvedeva toont een videodiptych waarin Russische homevideo’s en gesprekken in Nederland de zoektocht naar sociale vooruitgang en veranderende verwachtingen thuis belichten. Arjan van Helmond schildert alledaagse interieurs en slapende familieleden; persoonlijke ervaringen tijdens bezoek aan Beiroet scherpten voor hem het thema kwetsbaarheid en de fragiele stabiliteit van thuis aan. Fotograaf Satijn Panyigay legt in een reeks beelden de sporen vast die achterblijven na een overlijden, zoals plekjes op muren waar ooit spullen hingen.
De tentoonstelling brengt uiteenlopende visies samen: van intieme voorwerpen en huiselijke rituelen tot geopolitieke bewegingen en verlies. Zo ontstaat een veelstemmig beeld van thuis als zowel fysieke ruimte als een veranderlijk emotioneel en cultureel begrip.