Kartel woedend over 'lek' rond Lahlah, maar echte schande is haar dubbele burgemeesterssollicitatie
In dit artikel:
Provincie Zuid-Holland heeft aangifte gedaan nadat naar buiten kwam dat GroenLinks-PvdA-Kamerlid Esmah Lahlah had gesolliciteerd naar het burgemeesterschap van Delft. Commissaris van de Koning Wouter Kolff noemde het lek onacceptabel en meldde dat het mogelijk een strafbaar feit is; de Rijksrecherche onderzoekt de zaak. Eerder was al bekend geworden dat Lahlah deze zomer had gesolliciteerd naar het burgemeesterschap van Tilburg. Beide pogingen zijn mislukt; Lahlah zit intussen als nummer twee op de lijst van GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer.
De publicatie legt een diepere vraag bloot volgens het artikel: niet het lek is het grootste probleem, maar dat een zittend Kamerlid gelijktijdig naar twee burgemeestersfuncties lonkte terwijl ze zich presenteerde als volksvertegenwoordiger. Dat roept zichtbare twijfels op over loyaliteit en drijfveren: dient zij de kiezer of haar eigen loopbaan? De auteur stelt dat dit soort manoeuvres bijdraagt aan het groeiende wantrouwen van burgers richting politiek en bewijst volgens hem dat carrièredrang binnen de politieke elite routine is.
De kritiek richt zich ook op de partijleiding: Jesse Klaver zou geen kritiek hebben geuit en er zijn geen politieke consequenties voor Lahlah. In plaats daarvan wordt alle verontwaardiging gericht op degene die het lek zou hebben veroorzaakt. De schrijver vindt dat die reactie de morele prioriteiten vertekent — men vervolgt de boodschapper in plaats van het gedrag van betrokkenen aan de kaak te stellen.
Als maatregel pleit het stuk ervoor dat GroenLinks-PvdA zelf Lahlah ter verantwoording roept en niet primair de lezer of de melder straft. De zaak wordt geschetst als symptoom van een bredere kloof tussen politieke elites en burgers: zolang partijen hun eigen mensen beschermen en politieke functies vooral als stapstenen zien, zal het politieke vertrouwen volgens de auteur verder afnemen.
Kort samengevat: de zaak draait niet alleen om een vertrouwenslek in Zuid‑Holland, maar om de vraag naar politieke integriteit en de manier waarop partijen omgaan met persoonlijke loopbaanplanning van hun functionarissen.