Kans op Elfstedentocht neemt fors af, maar niet als sneeuw voor zon verdwenen

In dit artikel:

Wetenschappers Hans Visser en Arthur Petersen hebben de kans op het houden van een Elfstedentocht opnieuw berekend en constateren dat deze de laatste jaren is gedaald tot ongeveer 3 procent, wat neerkomt op gemiddeld eens in de 32 jaar. Dit vormt een afname ten opzichte van eerdere berekeningen uit 2008, waarbij de kans nog op eens in de achttien jaar werd geschat, en een flinke daling sinds 1950, toen de tocht gemiddeld eens in de vier jaar kon plaatsvinden. Tegelijkertijd hanteert het KNMI een iets optimistischer schatting van eens in de veertien jaar, gebaseerd op een ander model. Het verschil tussen de inzichten komt voort uit uiteenlopende statistische methodes; Visser en Petersen’s methode legt meer gewicht op recente relatief warme jaren, wat tot een lagere kans leidt.

De onderzoekers baseerden hun analyse op een door hen ontwikkelde ‘Elfsteden-indicator’, die kijkt naar periodes van ten minste vijftien dagen met gemiddelde temperaturen onder de -4,2 graden Celsius. Deze koude periode is noodzakelijk om een ijslaag van minimaal 15 centimeter te vormen op het traject, een voorwaarde voor het doorgaan van de Elfstedentocht.

Daarnaast onderzochten zij ook de impact van toekomstige broeikasgasuitstoot op de kans van slagen voor de tocht. Drie scenario's werden geanalyseerd: een vermindering, stagnatie of groei van de uitstoot. Alleen bij een significante stijging van de uitstoot zou de Elfstedentocht vrijwel onmogelijk worden. In de andere scenario's blijft het volgens de onderzoekers mogelijk dat er alsnog geschikte winters voorkomen, al is niet te voorspellen wanneer dat exact zal zijn. Daardoor kunnen schaatsliefhebbers ondanks de klimaatveranderingen hoop blijven koesteren op een volgende Elfstedentocht.