'Kans op een kernoorlog is nu groter dan ooit', waarschuwt wetenschapper

In dit artikel:

Serhii Plokhy, een 68‑jarige Oekraïense historicus aan Harvard, waarschuwt in zijn nieuwe boek Het Atoomtijdperk en in een interview met De Morgen dat de wereld nu dichter bij een kernoorlog staat dan tijdens de Cuba‑crisis van 1962. Volgens hem spelen kernwapens een centrale rol in de huidige oorlog in Europa en ontbreekt het aan het wederzijdse afschrikkingsgevoel (MAD) dat tijdens de Koude Oorlog een catastrofe voorkwam. Hij wijst erop dat Vladimir Poetin het Westen confronterend benadert alsof alleen hij over nucleaire slagkracht beschikt en dat westerse onzekerheid over NAVO‑verplichtingen (artikel 5) het vertrouwen ondermijnt.

Plokhy stelt dat Oekraïne zwaar betaalt voor het afstaan van het Sovjet‑arsenaal — een keuze die destijds onder meer via de Budapest‑akkoorden werd bekrachtigd — en meent dat Moskou waarschijnlijk niet had aangevallen als Kiev kernwapens had behouden. Hij verwacht een snelle toename van proliferatie: landen als Taiwan, Zuid‑Korea en Japan voelen zich door China bedreigd en zouden naar eigen bommen kunnen streven. Ongeveer veertig landen beschikken volgens hem technisch over de middelen om wapens te maken; Noord‑Korea bewijst dat ook geïsoleerde staten kernmachten kunnen worden.

Tot slot waarschuwt Plokhy voor nieuwe risico’s: het gevaar dat AI en cyberaanvallen de controle over nucleaire arsenalen ondermijnen, en twijfel of toekomstige Amerikaanse leiders even overtuigend zullen afschrikken als in het recente verleden.