Kamervoorzitter Bosma: ambtelijke top heeft ons belazerd in Arib-zaak
In dit artikel:
Kamervoorzitter Joost Bosma legt de verantwoordelijkheid voor de affaire rond oud-voorzitter Khadija Arib bij voormalige topambtenaren: de oud-griffier en de oud-directeur Huisvesting. Volgens Bosma waren die ambtenaren actief betrokken bij het aanjagen van anonieme klachten, het daaropvolgende onderzoek en het lekken van informatie naar de pers; hij noemde de Kamer daardoor “belazerd is zwak uitgedrukt”. Uit stukken van de rijksrecherche, die het lekken onderzocht, blijkt dat die ambtelijke top in een media‑conflict met Arib wilde afrekenen.
Het presidium, dat destijds op basis van anonieme meldingen en advies van de landsadvocaat besloot tot onderzoek, voelde zich door de ambtelijke leiding misleid; ook oud‑presidiumslid SP’er Van Nispen zei dat het presidium niet geïnformeerd was en zich bedrogen voelt. Toen het besluit viel (oktober 2022) was Arib geen Kamervoorzitter meer; D66’er Khadija Bergkamp had het voorzitterschap in april 2021 overgenomen. Uit de processtukken blijkt dat Bergkamp whatsappverkeer met haar voormalig woordvoerder en berichten met twee topambtenaren heeft gewist en de rijksrecherche een onvolledige lijst met toegangshouders gaf.
Een Kamermeerderheid, aangevoerd door GL‑PvdA, eist genoegdoening en vraagt nader onderzoek; BBB, SP en NSC steunen dat. De PVV wil zelfs een strafklacht tegen Bergkamp; PVV‑Kamerlid Markuszower, die dit bepleitte, was afwezig tijdens het debat, wat op kritiek stuitte. Volgende week wordt over de instelling van een speciale onderzoekscommissie gestemd.