Kamerleden schieten gaten in Miljoenennota: 'Klarna-kabinet' en 'gatenkaas'
In dit artikel:
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen ligt de begroting onder een vergrootglas: politieke partijen wijzen op grote onopgeloste knelpunten, maar met verkiezingen in zicht laten ze ingrijpende maatregelen achterwege. Het demissionaire kabinet draagt een begroting over die volgens de Algemene Rekenkamer minder solide is dan voorgesteld, waardoor veel problemen bij een volgend kabinet terechtkomen.
Een belangrijk punt is dat de verlenging van de korting op de brandstofaccijns als éénmalig voordeel wordt gepresenteerd, maar de kosten zijn over meerdere jaren en begrotingsposten verspreid. Kamerleden noemen dat misleidend: het "cadeau" wordt feitelijk over jaren afbetaald, en toekomstige kabinetten blijven ermee zitten. Ook het besluit om ministeriële budgetten niet te indexeren voor inflatie betekent verstrekkende bezuinigingsdruk voor opvolgers.
De Rekenkamer en verschillende fracties signaleren verder forse risico’s. Het kabinet rekent op miljardenbezuinigingen bij de asielopvang en op snijwerk bij het overheidspersoneel, maar het is onzeker of die kortingen gehaald worden. Tegelijk zijn er meevallers ingeboekt waarvan onduidelijk is of ze echt materialiseren — zoals een lagere EU-bijdrage en geld uit het coronaherstelfonds.
CDA, SGP en ChristenUnie spreken hun zorg uit over de losse eindjes; de begroting zou "onder de motorkap" veel geknutsel bevatten. ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis hekelt dat Heinen de problemen naar de toekomst doorschuift en vergelijkt het kabinet met het «shop now, pay later»-principe — een verwijzing naar eerder gebruikte beelden over begrotingsbeleid.
Bovenop dit alles hangt de NAVO-norm om 5 procent van het BBP aan defensie uit te geven. Hoe partijen dat willen betalen wordt volgende week pas duidelijk, wanneer het Centraal Planbureau de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s publiceert. Minister Heinen reageert inhoudelijk op de kritiek morgen; de formele afhandeling van de begroting volgt pas nadat de nieuwe Tweede Kamer is geïnstalleerd en moet snel gebeuren als het nog voor het einde van het jaar rond moet zijn.