Kamer voelt zich 'belazerd' in affaire-Arib en koerst aan op vervolgonderzoek

In dit artikel:

De Tweede Kamer is diep verontrust over de al ruim drie jaar slepende affaire rond oud-Kamervoorzitter Khadija Arib en dringt aan op nadere opheldering over wie vertrouwelijke informatie heeft gelekt. Aanleiding is het vertrek van Arib eind 2022, nadat in het Kamergebouw was gelekt dat ze werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag; dat lek belandde bij NRC Media. Arib noemde haar vertrek destijds een ‘politieke moord’ en wees indirect naar haar opvolger, D66’er Vera Bergkamp.

De PVV neemt de strengste houding in: vijf PVV-Kamerleden, onder wie Gidi Markuszower, hebben een schriftelijke klacht ingediend met het vermoeden dat Bergkamp haar ambtsgeheim heeft geschonden en tegen wettelijke plichten heeft gezondigd. Omdat vijf Kamerleden nodig zijn om een onderzoek naar ambtsmisdrijven te starten, ligt de weg naar een formeel onderzoek open; de voltallige Kamer stemt dinsdag over het voorstel. PVV wil zelfs dat de Kamer overweegt aangifte te doen.

Andere fracties (GroenLinks-PvdA, NSC, BBB en SP) sluiten een strafrechtelijk onderzoek niet uit maar pleiten eerst voor een tussenstap: een voorbereidende groep Kamerleden moet alle stukken doornemen en advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. Die motie heeft grote kans van slagen.

Onderzoek van justitie wees eerder uit dat twee topambtenaren gelogen hebben tegen het Kamerbestuur en dat een klein groepje ambtenaren heeft besproken hoe schadelijke informatie gelekt kon worden; Bergkamp had in die periode intensief contact met hen. Kamervoorzitter Martin Bosma zegt dat de Kamer zich ‘in de maling genomen’ voelt en zal binnenkort met Arib spreken over genoegdoening of een gebaar ter erkenning van het aangedane leed.