Kamer stemt voor verbod op 'homogenezing', COC spreekt van overwinning

dinsdag, 9 september 2025 (16:45) - NOS Nieuws

In dit artikel:

De Tweede Kamer heeft een verbod aangenomen op zogenoemde “homogezing”: het onder dwang onderwerpen van homoseksuelen en transgender personen aan therapieën, gebedsgenezingen of conversiepraktijken met als doel hun seksuele geaardheid of genderidentiteit te veranderen. Met de nieuwe wet worden niet alleen commerciële zorgverleners maar ook geestelijken, pastoraal werkers en religieuze organisaties juridisch beperkt in hoe zij omgaan met jongeren en anderen die twijfelen over hun identiteit.

Het initiatief, gesteund door onder meer GroenLinks-PvdA, VVD, D66, SP en de Partij voor de Dieren, is bedoeld slachtoffers van conversiepraktijken te beschermen. Het COC en het Transgender Netwerk noemen de stemming een belangrijke overwinning; volgens betrokken belangenorganisaties is “genezing” van geaardheid een fabel en veroorzaken dergelijke praktijken veel schade.

Aanvankelijk waren NSC, CDA en BBB kritisch omdat de tekst onduidelijk en lastig handhaafbaar zou zijn; ook de Raad van State uitte bedenkingen. De wet is daarop gewijzigd: strafbaar is nu expliciet het indringend, langdurig en stelselmatig inpraten met het doel iemands geaardheid of identiteit te veranderen. Verder zijn formuleringen aangepast om te voorkomen dat hulpverleners of predikanten worden afgeschrikt om vrijwillige, gevoelig gevoerde gesprekken over geloof of seksualiteit te voeren. CDA-Kamerlid Derk Boswijk benadrukt dat normale, vrijwillige gesprekken gewoon moeten kunnen blijven; alleen dwangmatige, stelselmatige pogingen zijn strafbaar.

Het besluit raakt gevoelig binnen christelijke en evangelische kringen. ChristenUnie-leider Mirjam Bikker waarschuwde dat een progressieve meerderheid niet moet bepalen wat de kerk mag vinden, en koepel MissieNederland vreest dat gelovigen die begeleiding zoeken op basis van hun levensovertuiging daardoor tussen wal en schip komen te zitten.

Rechtsgeleerde Paul van Sasse van IJsselt begrijpt die zorgen, maar wijst erop dat de recent aangebrachte preciseringen de handhavingsvraagstukken verduidelijken en dat rechters bij toepassing zorgvuldig zullen toetsen of aan de strafbaarheidsgrenzen is voldaan.