Kabinet zet geen rem op verkeersboetes ondanks wens Tweede Kamer
In dit artikel:
Het demissionaire kabinet weigert tegemoet te komen aan een Kamermeerderheid die wilde dat boetes voorlopig niet worden meegeïndexeerd aan de inflatie. Een voorstel van SP-Kamerlid Michiel van Nispen om indexering te stoppen kreeg eerder steun in de Tweede Kamer, maar ministers wijzen het af omdat er geen financiële dekking voor is.
De discussie draait om de hoogte en verhouding van boetes in Nederland. Het Openbaar Ministerie concludeerde in het rapport "Boetestelsels in balans" dat verkeersboetes de afgelopen jaren uit verhouding zijn gegroeid: sinds 2005 stegen tarieven gemiddeld met 116 procent, waarbij meer dan de helft het gevolg was van beleidsverhogingen. Het CJIB maakte bekend dat boetes in 2024 zo’n 832 miljoen euro inbrachten.
Het grootste punt van onvrede zijn de Wahv-boetes (volgens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften) voor lichte overtredingen: bijvoorbeeld bijna honderd euro voor 10 km te hard binnen de bebouwde kom en bijna 300 euro voor door rood rijden. De vertrekkend CJIB-directeur Albert Hazelhoff en critici vinden deze bedragen disproportioneel en pleiten voor verlagingen; het OM adviseerde zelfs een daling van 30 procent.
Minister Foort van Oosten (VVD) erkent het probleem maar wijst erop dat terugschakelen grote gaten in de begroting van Justitie en Veiligheid zou veroorzaken. Een 30 procent verlaging zou volgens hem tot circa 300 miljoen euro tekort per jaar leiden; het schrappen van de indexering kost naar schatting tientallen miljoenen vanaf 2026. Daarmee blijft de politieke tegenstelling tussen rechtvaardigheid van boetes en financiële haalbaarheid onopgelost.