Kabinet weigert aangenomen Kamermotie uit te voeren: 'EU wil het niet'
In dit artikel:
Het kabinet voert een door de Tweede Kamer aangenomen motie niet uit omdat de Europese Commissie daartegen zou zijn. Staatssecretaris Eugène Heijnen (BBB) meldt in een Kamerbrief dat verlenging van de zogeheten ‘zachte landing’-regeling voor handhaving bij vermoedens van schijnzelfstandigheid tot eind 2026 niet kan, omdat Brussel dit zou zien als het terugdraaien van een behaalde mijlpaal binnen het Herstel- en Veerkrachtplan. Volgens de regering kan dit Nederland blootstellen aan een korting op EU-gelden tot maximaal ongeveer 600 miljoen euro.
De motie, ingediend door Doğukan Ergin (DENK), had tot doel zzp’ers en ondernemers meer tijd en bescherming te geven tegen directe handhaving. De Tweede Kamer stemde vóór verlenging, maar het kabinet legt het besluit naast zich neer en noemt voorspelbaarheid van beleid en de gemaakte EU-afspraken als reden om niet te verlengen. Daarmee ontstaat de situatie dat een meerderheidsbesluit van de Kamer niet wordt uitgevoerd uit vrees voor financiële sancties uit Brussel.
De beslissing leidde tot felle kritiek vanuit vooral FVD; Kamerlid Pepijn van Houwelingen noemde het opnieuw bewijs van vermeende Brusselse inmenging en beschuldigde de regering ervan “voor Brussel, niet voor Nederland” te kiezen. Eerder werden volgens critici ook andere Kamermoties — over een Europese digitale identiteit en EU-financiering van defensie — niet uitgevoerd om vergelijkbare EU-redenen. Kort gezegd: de kabinetskeuze illustreert de spanning tussen nationale parlementaire wensen en verplichtingen binnen Europese herstelafspraken.