Kabinet pleegt nieuwe financiële aanslag op studenten en schaft goedkoop sporten af

In dit artikel:

Vanaf 2026 mogen Nederlandse universiteiten en hogescholen sportfaciliteiten, culturele activiteiten en horecavoorzieningen niet langer tegen lage of geen kosten aanbieden aan studenten en medewerkers. Minister Eppo Bruins heeft onderwijsinstellingen laten weten dat deze diensten voortaan tegen marktconforme tarieven moeten worden aangeboden, wat betekent dat studenten aanzienlijk meer gaan betalen voor toegang tot voorzieningen die nu nog betaalbaar zijn. Bijvoorbeeld, een jaarabonnement bij de studentensportvereniging ACLO in Groningen kost nu €59,95, terwijl commerciële sportscholen veel duurder zijn. Kamerlid Jan Paternotte uit kritiek op deze maatregel en wijst op de al hoge kosten van het studentenleven.

Deze nieuwe financiële last komt bovenop bezuinigingen die het hoger onderwijs onder druk zetten. Zo verwacht de Rijksuniversiteit Groningen een verlies van 80 miljoen euro, wat investeringen in sport en cultuur ernstig kan belemmeren. De Vereniging van Universiteiten (UNL) verzet zich tegen de interpretatie van het ministerie, omdat zij deze voorzieningen als onderdeel van de publieke taak zien en vrezen dat ze door de regels dreigen te verdwijnen. Niet alleen sport- en horecafaciliteiten, maar ook universiteitsmusea, kennisvalorisatie en scholingsprogramma’s kunnen hierdoor geraakt worden. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Luc Stultiens spreekt van "doorgeslagen marktwerking" en heeft vragen gesteld over de mogelijke negatieve effecten op mentale gezondheid, culturele aansluiting en sociale samenhang onder studenten. Deze maatregelen illustreren een bredere trend waarin de toegankelijkheid van hoger onderwijs en bijbehorende ondersteunende voorzieningen steeds verder onder druk staan.