Justitie eist 10 maanden cel voor poging tot zware mishandeling van Maccabifan

dinsdag, 2 september 2025 (18:48) - Het Parool

In dit artikel:

Het Openbaar Ministerie eist tien maanden gevangenisstraf tegen Mahmoud A. (22) voor poging tot zware mishandeling tijdens de nacht na de voetbalwedstrijd Ajax–Maccabi. Op camerabeelden, die in de rechtbank zijn vertoond, is te zien hoe de Palestijnse A. op het Damrak een Maccabifan een ‘bodycheck’ geeft waardoor die valt, en vervolgens meerdere keren tegen het hoofd trapt terwijl het slachtoffer op de grond ligt. Het Israëlische slachtoffer was via een videoverbinding aanwezig bij de zitting.

De aanklager beschouwt de trappen op het Damrak als poging tot zware mishandeling; A.’s betrokkenheid bij een eerdere aanval op de Dam op twee andere mannen kwalificeert het OM als openlijke geweldpleging. De eerdere, zwaardere verdenking van poging tot doodslag is inmiddels losgelaten. Het slachtoffer kon na de mishandeling opstaan, vloog de volgende dag terug naar Israël en is volgens het OM “relatief goed” hersteld, maar meldt sindsdien onder meer flashbacks en slaapproblemen. Hij zei in de rechtbank via zijn advocaat dat hij geen rol heeft in het conflict thuis: “Ik ben een jonge man die van voetbal houdt.”

Bij de strafmaat heeft het OM rekening gehouden met een psychologisch vastgesteld verminderde toerekeningsvatbaarheid van A.; hij zou lijden aan een trauma- of stressgerelateerde stoornis en een cognitieve beperking, mede veroorzaakt door verleden (hij komt uit Khan Younis in Gaza). A. verblijft in Nederland als asielzoeker en woont in Bos en Lommer; zijn familie zit nog in Gaza, zijn broer werd doodgebombardeerd en hij probeert geld naar huis te sturen door statiegeldverpakkingen te verzamelen. Het slachtoffer vordert 5.000 euro schadevergoeding; het OM steunt die eis.

In zijn verdediging zegt A. eerder die avond zelf door twee of drie mannen te zijn aangevallen en emotioneel te zijn geraakt door uitspraken van het slachtoffer over zijn vermeende dienst in het Israëlische leger en bedreigingen richting zijn familie. Hij beweert dat zijn handelen gericht was tegen die aanvallers en dat hij slechts wilde duwen; hij uit spijt over de afloop. De officier van justitie vindt die zelfverdedigingsclaim ongeloofwaardig en ziet daar geen bewijs voor.

De advocaat van A. vroeg vrijspraak en stelde onder meer dat Maccabifans die nacht ook provocerend gedrag vertoonden en genocidale leuzen zongen — iets dat volgens haar ook door journalisten is opgemerkt, maar waarvoor videobewijs ontbreekt omdat beelden zouden zijn gewist. Zij pleitte tevens voor toepassing van jeugdstrafrecht omdat A. op het moment van de feiten “nét 22” was.

Andere verdachten van het groepsgeweld die nacht werden eerder al veroordeeld voor openlijke geweldpleging en het faciliteren via groepschats; hun straffen liepen uiteen en de rechtbank noemde die eerder relatief fors vanwege het antisemitische karakter van de feiten. De rechtbank doet over twee weken uitspraak in deze zaak.