Juist nú zijn sancties tegen Israël méér dan ooit nodig
In dit artikel:
De auteur tekent een scherpe tegenstelling aan: de Israëlische gijzelaars zijn vrij, maar de miljoenen Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever blijven onder zware onderdrukking. Na de vrijlating van de nog levende Israëli’s zijn geplande internationale reacties en sanctiediscussies grotendeels op pauze gezet: besluiten over het Eurovisie Songfestival en mogelijke uitsluiting door de UEFA zijn uitgesteld, en veel Europese politieke druk op Israël is verdwenen. Nederland neemt volgens de schrijver geen serieuze tegenmaatregelen.
Het stuk bekritiseert de internationale reactie op de onderhandelingen in Sharm-el-Sheikh. Wat daar werd gepresenteerd als een stap richting vrede—onder meer een staakt-het-vuren en een door de VS voorgesteld 20-puntenplan—wordt door de auteur gezien als misleidend en onvoldoende. Palestijnen hadden geen gelijkwaardige vertegenwoordiging aan tafel, waardoor de afspraken lijken op een beknopte, onevenwichtige versie van Oslo (“Oslo Light”) die weinig garandeert voor echte rechtvaardigheid of duurzame vrede. De schrijver waarschuwt dat het bestand slechts een pauze kan zijn en dat hervatting van geweld reëel blijft.
De humanitaire en juridische situatie van Palestijnen blijft schrijnend: duizenden Palestijnen zitten nog vast in Israëlische detentie, vaak volgens de auteur zonder aanklacht of proces en met meldingen van marteling. Namen als Hussam Abu Safiya (directeur van Kamal Adwan ziekenhuis) en de Fatah-voorman Marwan Barghouti worden genoemd als voorbeelden van gevangenen die nooit werden vrijgelaten. Ook beschrijft het artikel ernstige beschuldigingen over het vasthouden en niet-teruggeven van Palestijnse lichamen, en meldingen van ontvreemding van organen; door de verwoeste infrastructuur is DNA-onderzoek in Gaza nauwelijks mogelijk, waardoor families in onzekerheid blijven over hun doden.
De schrijver hekelt dat internationale spilfiguren en staten Israël blijven bewapenen en politiek steunen, en dat sommige actoren eerder economische of geopolitieke belangen lijken te dienen dan rechtvaardigheid voor Palestijnen. Jared Kushner wordt in dit verband genoemd als iemand die in Gaza een soort belastingparadijs ziet. Over de financiering van de wederopbouw van Gaza is onduidelijkheid: Trump pleit volgens het artikel voor Arabische en EU-financiering, terwijl de auteur betoogt dat juist Israël en de VS verantwoordelijk zijn voor de verwoesting en dus zouden moeten betalen, met ook bijdragen van andere wapenleverende Europese staten.
De uitvoerbaarheid van afgesproken humanitaire hulp wordt ernstig betwijfeld. Israël laat structureel minder hulpgoederen toe dan in Sharm-el-Sheikh overeengekomen—veelal ver onder de afgesproken 600 vrachtwagens per dag—waardoor honger en ontbering blijven bestaan. Israël verbindt de levering onder meer aan teruggegeven lichamen van omgekomen Israëli’s, terwijl het zelf regelrecht weigert Palestijnse lichamen te retourneren; dat wordt door de auteur als cynisch en straf op de burgerbevolking bestempeld. Daarnaast verhinderen beperkingen op bulldozers, brandstof en puinruiming het bergen van slachtoffers, mogelijk ook van Israëli’s die door bombardementen omkwamen.
Het binnenlandse politiek klimaat in Israël verandert volgens de tekst ook: protesten die tot voor kort vooral de regering Netanyahu onder druk zetten, richtten zich veelal op het vrij krijgen van gijzelaars. Nu die druk wegvalt, verwacht de auteur dat Israël nog minder geneigd zal zijn ingrijpende politieke wijzigingen te accepteren. Historisch refereert de schrijver aan hoe Netanyahu eerder de Oslo-akkoorden ondermijnde en hoe de moord op premier Rabin een kentering veroorzaakte die onderhandelingen tussen partijen bemoeilijkte.
Een andere zorg is het zaaien van verdeeldheid binnen de Palestijnse samenleving. Israël zou rivaliserende gewapende groeperingen in Gaza hebben gefaciliteerd, wat volgens de auteur de contouren van een interne Palestijnse burgeroorlog zou kunnen schetsen; er zijn meldingen van interne executies. Zelfs na het bestand zijn incidenten waarbij Palestijnse burgers door Israëlische acties worden gedood, aan de orde, bijvoorbeeld bij het passeren van onduidelijke ‘gele lijnen’.
Als oplossing pleit de schrijver voor veel hardere internationale druk: niet slechts een pauze of zachte diplomatie, maar zware sancties die Israël dwingen een fundamentele reset te accepteren. Die reset zou volgens het betoog moeten uitgaan van historische uitgangspunten (1948 en 1967), een rechtvaardige herstart van onderhandelingen en verantwoording van oorlogsmisdaden. Zonder zulke dwangmaatregelen vreest de auteur dat het huidige 20-puntentraject op een doodlopende weg uitkomt en dat de systemische ongelijkheid en onderdrukking voor Palestijnen onveranderd voortbestaan.
Kortom: de vrijlating van Israëlische gijzelaars heeft geleid tot ontspanning voor Israël, maar niet tot bevrijding voor Palestijnen. De schrijver concludeert dat de internationale gemeenschap door passiviteit en dubbele standaarden medeplichtig blijft aan de door hen omschreven schendingen en dat alleen harde sancties en een eerlijke startpositie voor onderhandelingen kans bieden op structurele verandering.