Journalisten in Gaza blikken terug: 'De wereld lijkt doof voor onze pijn'
In dit artikel:
Al twee jaar zijn buitenlandse journalisten niet welkom in Gaza, waardoor de wereld afhankelijk is van lokale verslaggevers. Zij vormen de ogen en oren van internationale media, maar werken onder extreme omstandigheden: tekorten aan voedsel en basisvoorzieningen, constante bombardementen en het risico dat zijzelf of hun familieleden gedood worden of moeten vluchten.
Drie Gaza-journalisten staan centraal. Ruba Ajrami (TRT Arabic) beschrijft hoe zij meerdere keren met haar gezin moest ontvluchten en tijdens een live-uitsending zag hoe het gebouw waar haar familie verbleef werd bestookt — een ervaring die ze nooit vergeet. Cameraman Soliman Hijjy maakte onder meer een reportage voor de NOS over de massale ontheemding uit Gaza-Stad; dat item viel samen met zijn eigen vertrek uit de stad. Hij legt nadruk op verlies: vrienden, collega’s, en hun huizen vol herinneringen. Producer en geluidsman Mohamed Yaghi noemt het geluid van bombardementen en het beeld van kinderen begraven onder puin als momenten van diepe hulpeloosheid, maar die hem ook aansporen om door te werken.
De menselijke tol is hoog: volgens de internationale journalistenvakbond IFJ zijn ongeveer 250 journalisten en mediawerkers sinds het begin van de oorlog gedood. Eind augustus werd een ziekenhuis gebombardeerd — live uitgezonden — waarbij 20 mensen omkwamen, onder wie vijf journalisten. Velen van deze slachtoffers waren door collega’s zelf opgeleid en werden gezien als jonge, gepassioneerde krachten.
De verslaggevers ervaren niet alleen fysiek gevaar, maar ook campagnevoering met laster en valse aantijgingen van beide zijden, en het gevoel dat hun rapportages weinig invloed hebben op politiek handelen of sancties. Toch willen ze niet stoppen: ze voelen een beroepsethiek en, voor sommigen, een nationale plicht om te spreken over het geweld. Troost vinden ze in internationale solidariteit onder burgers en in de wetenschap dat hun beelden en geluiden mensen elders bereiken — zelfs als de impact klein lijkt, geeft dat reden om door te gaan.