Joodse hoogleraar Rachel Levi Herz geweigerd op congres in Utrecht: minister tikt organisatie op de vingers (premium)

In dit artikel:

De ATGender-conferentie op de Universiteit Utrecht belandde in opspraak na de weigering om Joodse hoogleraar Rachel Levi Herz deel te laten nemen aan het congres. De conferentie, die eind september zou plaatsvinden, focuste op geweld tegen vrouwen in het Midden-Oosten, specifiek Palestijnse en Israëlische vrouwen. Levi Herz, die maanden had gewerkt aan het programma, werd door de organisatoren uitgesloten omdat haar aanwezigheid in strijd zou zijn met de BDS-richtlijnen, een pro-Palestijnse beweging die boycots tegen Israël nastreeft.

Levi Herz voelt zich gediscrimineerd en beschrijft haar uitsluiting als een schending van academische ethiek. Ze schakelde een advocaat in, die contact opnam met onderwijsminister Eppo Bruins. De minister keurde de gang van zaken af en noemde het onacceptabel dat een wetenschapper enkel vanwege haar nationaliteit werd uitgesloten. Ook de Universiteit Utrecht distantieert zich van de keuze van de ATGender-organisatie, hoewel zij geen directe controle hebben over het congres dat in hun gebouwen plaatsvond. De universiteit bekritiseerde de uitsluiting en benadrukte dat wetenschappelijke onafhankelijkheid juist samenwerking en inclusiviteit vereist.

Deze incidenten komen te midden van bredere discussies op Nederlandse universiteiten over de relatie met Israël. Er zijn meerdere oproepen om banden met Israëlische instellingen te verbreken, wat leidde tot protests en toenemende spanning. Het thema van academische vrijheid en discriminatie binnen de context van geopolitieke conflicten blijft actueel en biedt ruimte voor debat over de toekomst van samenwerking binnen de academische wereld.