Jongeren werkloos ondanks baankansen: maken ze verkeerde studiekeuze?
In dit artikel:
In Nederland is het aantal werkloze jongeren (15–25 jaar) in de afgelopen vier jaar opgelopen naar 9,1 procent — ruim 928.000 jongeren — terwijl werkgevers het afgelopen kwartaal circa 387.000 vacatures open hadden. Volgens een UWV-analyse is er vooral schaarste aan monteurs, verpleegkundigen en chauffeurs, wat het beeld van tegengestelde vraag en aanbod bevestigt.
Desondanks wijzen arbeidsmarktdeskundigen erop dat verkeerde studiekeuzes niet de belangrijkste verklaring zijn. Ronald Dekker (TNO) merkt op dat jongeren nu geen ander soort opleidingen kiezen dan vroeger en dat er geen duidelijke verschuiving zichtbaar is naar minder kansrijke studies. Bovendien is de jeugdwerkloosheid in Nederland relatief laag vergeleken met veel andere Europese landen, wat suggereert dat opleidingskeuze geen structureel Nederlands probleem is.
Hoogleraar Olaf van Vliet (Universiteit Leiden) benadrukt dat jeugdwerkloosheid van oudsher hoger ligt dan het algemene niveau: jonge werknemers starten immers zonder werkervaring of cv, wat het vinden van een baan moeilijker maakt. In Nederland is de landelijke werkloosheid ongeveer 4 procent; het jeugdpercentage van 9,1 procent ligt daarmee iets meer dan het dubbele, een verhouding die ook in andere Europese landen voorkomt.
Beide experts wijzen ook op conjuncturele oorzaken: na de zeer krappe arbeidsmarkt tijdens de coronaperiode is er sprake van enige afkoeling. De toename van jeugdwerkloosheid is volgens hen dan ook beperkt en geleidelijk, en vormt geen aanleiding tot paniek.
Samenvattend: er is een duidelijke kloof tussen het aantal werkzoekende jongeren en openstaande vacatures in specifieke sectoren, maar de stijging van jeugdwerkloosheid wordt vooral verklaard door leeftijdsgebonden gebrek aan ervaring en normale economische schommelingen, niet primair door massale verkeerde studiekeuzes.