Jonge juriste strijdt voor klimaatrechtvaardigheid bij ICJ

dinsdag, 22 juli 2025 (17:07) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

De jonge Haagse klimaatjuriste Noemi Zenk-Agyei speelt een cruciale rol in de klimaatzaak die het Internationaal Gerechtshof (ICJ) binnenkort van een advies zal voorzien over klimaatverandering. Met haar Duits-Ghanese achtergrond zette zij zich vanaf het begin in, onder meer via World’s Youth for Climate Justice, om meer dan 130 lidstaten van de Verenigde Naties te mobiliseren voor het verzoek om een advies van het hof. Het ICJ-bestuurt dit advies als juridisch zeer gewichtige en moreel gezaghebbende richtlijn.

Zenk-Agyei benadrukt dat klimaatrechtvaardigheid voor haar onlosmakelijk verbonden is met raciale rechtvaardigheid en historische ongelijkheid, waarbij de oorsprong van het klimaatprobleem kan worden teruggevoerd naar de trans-Atlantische slavenhandel en de daarmee gepaard gaande uitbuiting en industrialisatie. Haar inzet gaat dan ook verder dan milieu alleen; zij ziet het als een middel om gelijkheid te bevorderen door de bescherming van onze gemeenschappelijke leefomgeving.

De mobilisatie begon met jongeren van eilandenstaten in de Stille Oceaan, die het voortouw namen bij de Verenigde Naties, waarna Zenk-Agyei en haar team wereldwijd politieke steun verzamelden. Dit werd mogelijk door actief netwerken tijdens internationale klimaatconferenties en het persoonlijk overhandigen van het Youth Climate Justice-handboek aan invloedrijke klimaatactivisten. Volgens haar viel de geringe tegenstand bij de VN-stemming enigszins onverwacht uit.

Wat betreft de positie van jongeren in het klimaatdebat constateert Zenk-Agyei dat zij essentieel zijn als toekomstige generaties die de gevolgen ondervinden, maar merkt zij ook de tegenwerking vanuit gevestigde belangen, zoals de fossiele industrie. Desondanks pleit ze voor leiderschap van iedereen, jong en oud, zoals blijkt uit recente rechtszaken van oudere activisten in Zwitserland.

Hoewel het advies van het ICJ formeel niet-bindend is, ziet Zenk-Agyei het als een krachtige ‘beschermende paraplu’ die onder meer rechtssystemen wereldwijd kan beïnvloeden en burgers kan helpen overheden juridisch aansprakelijk te stellen. Ze hoopt dat het advies duidelijkheid zal geven over reductiedoelstellingen en het benadrukken van de historische verantwoordelijkheid van vervuilende landen zoals Europa, de VS en China. Hiermee kan het advies bijdragen aan een stevigere verankering van klimaatverplichtingen binnen het internationale recht, voortbouwend op het Klimaatakkoord van Parijs.

De uitspraak van het ICJ wordt dan ook met veel enthousiasme maar ook spanning tegemoet gezien, omdat het een mijlpaal kan zijn in de mondiale strijd tegen klimaatverandering en klimaatrechtvaardigheid.