Jill ging als 17-jarige een jaar naar Amerika. Waarom zo'n uitwisseling zo waardevol is? 'Kon ze uitleggen dat Nederland geen stad in Europa is'
In dit artikel:
Het Rotary-uitwisselingsprogramma, dat dit jaar vijftig jaar bestaat, stuurt jaarlijks ongeveer dertig Nederlandse scholieren van 15–18 jaar voor een jaar naar het buitenland om bij gastgezinnen te wonen en op een lokale middelbare school te gaan. In Groningen en Drenthe is de belangstelling echter sterk teruggelopen: de regionale programmavoorzitter Marga Oosterveld constateert dat de aanmeldingen sinds ongeveer vijf jaar — ergens na corona — achterblijven. Voor de regionale informatiedag op zaterdag 6 september was er aanvankelijk maar één inschrijving uit Emmen. Oosterveld vermoedt dat gebrek aan mond-tot-mondreclame en afnemende enthousiasmering een rol spelen.
Twee voormalige deelnemers uit Groningen schetsen waarom zo’n jaar veel kan opleveren. Jill Rumph (20) vertrok op haar zeventiende naar Temecula in Californië. Ze belandde in een gastgezin dat haar snel als familie behandelde, maakte deel uit van het universitaire waterpoloteam en ervoer de typische Amerikaanse ‘highschool’-cultuur met gala’s en verenigingen zoals in films. De ervaring maakte haar zelfstandiger, gaf haar inzicht in andere cultuurbeelden en wakkerde haar reislust aan — sindsdien gaat ze bijvoorbeeld naar Cambodja en volgt ze een minor in Maleisië.
Quinten van Aar (20) koos voor Modena in Italië en volgde daar zijn eindexamenjaar. Hij omschrijft het leven in Italië als cultureel rijk: veel sporten, Italiaans leren en genieten van de keuken. Ook hij benadrukt de steun van het gastgezin en het blijvende netwerk; hij bezoekt zijn hostfamilie regelmatig en ziet ze als familie. Beide oud-deelnemers noemen het contact met andere uitwisselingsstudenten cruciaal: het eerste weekend bij het Gardameer leidde meteen tot vriendschappen voor het leven en een brede kennismaking met uiteenlopende culturen.
Financieel kost een jaar in het buitenland ongeveer 2400 euro aan levensonderhoud (exclusief vliegtickets en visum); Rotary verstrekt daarvoor een budget voor tien maanden. Jaarlijks nemen rond dertig Nederlandse scholieren deel; vroeger waren daar ook circa zes uit Groningen en Drenthe bij, maar die instroom is nu veel kleiner. De regionale Rotary-hoofdorganisatie en Rotex — de club van oud-uitwisselingsstudenten — proberen jongeren en ouders te overtuigen van de meerwaarde van het programma, omdat zíj de meest effectieve vorm van promotie vormen.
De deelnemers noemen concrete leerwinst: zelfstandigheid, beter begrip van andere culturen en het corrigeren van stereotypen over zowel het gastland als Nederland. Programmaleiders benadrukken dat scholieren vaak verlegen of onzeker vertrekken en volwassen terugkeren met meer zelfinzicht en aanpassingsvermogen.
Als bredere context meldt het CBS dat studeren of ervaring opdoen in het buitenland onder hbo- en wo-studenten weer iets is toegenomen sinds de coronadip: van de in 2023 afgestudeerden heeft 14 procent minstens drie maanden in het buitenland gestudeerd en ongeveer een derde deed op enige wijze buitenlandse ervaring op. Voor het Rotary-uitwisselingsprogramma geldt de uitdaging om in Groningen en Drenthe die hernieuwde interesse ook onder 15–18‑jarigen terug te winnen.