Jeugdzorg totaal ingestort: zes jaar nul vooruitgang, kinderen blijven onbeschermd
In dit artikel:
Twee landelijke inspecties, IGJ en IJenV, stellen in nieuw verschenen rapporten dat de jeugdzorg in Nederland in de afgelopen zes jaar niet verbeterd is. Hulp komt vaak te laat of helemaal niet; hele generaties kwetsbare kinderen hebben daardoor onvoldoende bescherming en dreigen blijvende schade op te lopen.
De inspecties wijzen niet primair naar professionals in het veld — zij werken overmatig en houden het systeem draaiende — maar vooral naar politiek en stelselkeuzes. Decentralisatie van taken naar gemeenten, gevoegd bij structurele onderfinanciering en versnippering van verantwoordelijkheden, heeft volgens het rapport geleid tot gebrekkige regie. Pleegzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering kampen met personeelstekorten, te weinig middelen en een gebrek aan samenhang.
Gemeenten zouden bij beslissingen vaker financieel dan inhoudelijk sturen: budgetoverwegingen zouden bepalen of en welke hulp een kind krijgt, ook wanneer professionals juist zwaardere trajecten adviseren. De gevolgen zijn zichtbaar in onveilige thuissituaties, verwaarloosde zorg en het risico op langdurige trauma’s voor kinderen.
De artikelen zijn expliciet kritisch op opeenvolgende kabinetten die decentralisatie invoerden en op huidige politieke leiders die volgens de schrijvers wegkijken of intern verhit debatteren in plaats van te handelen. Er wordt ook aangevoerd dat prioriteiten elders — bijvoorbeeld forse uitgaven aan andere beleidsvelden — ten koste gaan van middelen voor jeugd.
Kort samengevat: de inspecties concluderen dat het stelsel faalt door bestuurlijke keuzes en chronische onderfinanciering. De oproep is helder: alleen door politieke verantwoordelijkheid, meer geld en betere sturing kan de jeugdzorg worden hersteld — de vraag rest hoeveel rapporten en hoeveel kinderen nog gekwetst moeten worden voordat dat gebeurt.