Jeugdzorg faalt: 'De bittere en wrange conclusie is dat er in zes jaar tijd geen enkele verbetering voor de kinderen is gekomen'
In dit artikel:
Twee inspecties (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en Inspectie Justitie en Veiligheid) concluderen in nieuwe rapporten dat het Nederlandse jeugdbeschermingsstelsel faalt: duizenden kwetsbare kinderen die onder toezicht van de overheid staan, krijgen te laat, te weinig of geen bescherming. Het probleem ligt volgens de inspecties niet aan de inzet of betrokkenheid van hulpverleners — jeugdzorgmedewerkers en pleegzorgbegeleiders werken met hart en ziel — maar aan structurele tekortkomingen in het stelsel zelf: te weinig personeel, een beperkte beschikbaarheid van passende hulp en een gebrek aan regie en toezicht.
Gemeenten spelen een rol doordat zij soms om kostenredenen afwijken van het advies van gecertificeerde instellingen. Daardoor zien kinderen hun jeugdbeschermer nauwelijks, blijven hulptrajecten steken of raken jongeren helemaal uit beeld. De inspecties wijzen erop dat zij al in 2019 waarschuwden en dat er in de zes jaar daarna geen wezenlijke verbetering is gekomen. Zonder verandering lopen beschermende maatregelen van de kinderrechter vaak op niets uit.
Pleegzorg blijkt ook onder zware druk te staan. Onderzoek na de mishandeling van een Vlaardingse pleegdochter toont aan dat aanbieders soms onvoldoende zicht hebben op de ontwikkeling en veiligheid van opgevangen kinderen, dat samenwerking tussen instanties hapert en dat richtlijnen niet altijd worden nageleefd. Frequent personeelswisselingen verergeren het probleem en leiden tot verlies van vertrouwen bij kinderen en ouders.
Praktijkgevallen illustreren de gevolgen: gezinnen die jarenlang tussen instanties blijven hangen, kinderen die meerdere keren verhuizen door wisselende voogden en jongeren die door lange wachttijden in de ggz afglijden naar ernstige delicten. De inspecties waarschuwen dat pleisters op de wond niet volstaan: structurele oplossingen en daadkrachtig leiderschap van bestuurders, gemeenten en verantwoordelijke staatssecretarissen zijn noodzakelijk. Ze roepen op tot meer middelen, betere regie en openheid over wat instanties wel en niet kunnen uitvoeren, zodat doorbreking van de impasse mogelijk wordt.