Jeugdautoriteit: jongeren met lichte problemen komen te vaak bij jeugdzorg terecht
In dit artikel:
De Jeugdautoriteit waarschuwt dat te veel jongeren met relatief lichte klachten—zoals stress, somberheid of opvoedvragen—terechtkomen in de jeugdzorg, waardoor het systeem onhoudbaar wordt. In het rapport Stand van de Jeugdzorg 2025 blijkt dat sinds 2015 het gebruik van jeugdzorg sterk is gestegen, vooral voor lichte hulp; waar 15 jaar geleden ongeveer één op de twintig jongeren zorg kreeg, is dat nu één op de zeven. De kosten zijn sinds de decentralisatie meer dan verdubbeld, terwijl de vraag naar zware, complexe zorg nauwelijks afneemt. Marktwerking en het grote aantal aanbieders dragen volgens de toezichthouder bij aan de toename van lichte zorg.
Tegelijkertijd staan jongeren met ernstige problemen lang in de wachtlijsten, kampen grote instellingen met personeelstekorten en werkt circa een op de vijf organisaties met verlies. De Jeugdautoriteit signaleert drie belemmerende patronen: het ontbreken van duidelijke keuzes over wat de jeugdzorg moet bieden, te veel wachten op anderen en het vermijden van gesprekken over grenzen en verwachtingen van zorg. Directeur Annemiek Van der Laan benadrukt dat gemeenten de verantwoordelijkheid hebben om te bepalen wat ze vergoeden en dat landelijke steun nodig is om grenzen te stellen.
Er zijn ook positieve voorbeelden: gemeenten als Veendam en Woudenberg zoeken bij meldingen eerst naar steun in het gezin, school of buurt en werken met lokale partners samen om zorg buiten het jeugdstelsel te organiseren. Dit rapport is de laatste uitgave van de Jeugdautoriteit; vanaf 2026 neemt de NZa de taken over en gebruikt deze inzichten als vertrekpunt.