Jetten demoniseert Wilders in Kamer: hoe durft hij na aanslag op Charlie Kirk conservatieven weg te zetten als "antidemocratisch"?
In dit artikel:
Tijdens de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen zette D66-leider Rob Jetten Geert Wilders publiekelijk weg als “antidemocratisch” en iemand die geen respect zou hebben voor Nederlandse normen en waarden. De columnist reageert fel: zulke etiketten zijn volgens hem gevaarlijk omdat ze conservatieve tegenstanders demoniseren en ontmenselijken — een dynamiek die, zo betoogt de auteur, eerder heeft geleid tot geweld (de schrijver verwijst ter illustratie naar de moord op de Amerikaanse conservatief Charlie Kirk en naar de moord op Pim Fortuyn).
De kern van de kritiek is dat Jetten niet inhoudelijk reageerde op de concrete onderwerpen die Wilders aansneed — massa-immigratie, vermeende islamisering en veiligheid — maar koos voor een groot politiek frame dat rechts als bedreigend afschildert. Volgens het stuk is dat hypocrisie: links roept bij zichzelf “democratie beschermen”, maar vindt het kennelijk normaal om conservatieven hard te demoniseren. Daardoor zou haat tegen rechts genormaliseerd worden en worden waarschuwingen voor de gevolgen afgedaan als overdreven.
De schrijver waarschuwt verder dat het bestempelen van door miljoenen kiezers gekozen rechtse politici als anti-democratisch niet alleen een persoonlijke belediging is, maar ook een belediging van hun kiezers en daarmee het echte gevaar voor de democratie vormt. Kortom: de auteur ziet Jettens retoriek als schadelijk voor het maatschappelijke debat en als een factor die de bestaande kloof in Nederland vergroot.