Jean-Marc Bosman (61), de man die het profvoetbal voor altijd veranderde, moet rondkomen van een schamel pensioen
In dit artikel:
Jean-Marc Bosman, de inmiddels 61‑jarige ex‑voetballer uit België, staat centraal in dit verhaal. Zijn rechtszaak tegen RFC Liège en de UEFA (aangevangen na een afgewezen transfer in 1990) leidde in 1995 tot het beroemde Bosman‑arrest. Het Europese Hof bepaalde dat clubs geen transfersommen meer mogen vragen voor spelers van wie het contract is verlopen, waardoor spelers vrijer konden verhuizen binnen de EU en de transfermarkt fundamenteel veranderde: teams gingen meer inzetten op salarissen en langere contracten, en rijke clubs kregen meer macht bij het aantrekken van talent.
Ondanks de ingrijpende gevolgen voor het moderne profvoetbal is Bosman zelf in financiële en persoonlijke moeilijkheden geraakt. Na zijn juridische zege stopte hij met spelen, raakte failliet, kampte met alcoholproblemen en werd in 2013 veroordeeld voor partnergeweld. Tegenwoordig leeft hij van een karig pensioen van ongeveer £1.750 (rond €2.000) per maand en voelt hij zich ondergewaardeerd door de voetbalwereld die zo van zijn uitspraak profiteerde. Alleen de Franse international Adrien Rabiot schonk hem volgens Bosman €20.000 als blijk van erkenning.
Bosman probeerde zijn verhaal te doen in een nieuw boek, Mon combat pour la liberté, en hoopt op meer waardering voor zijn rol bij het vergroten van spelersvrijheid. Hij verlangt niet alleen erkenning, maar maakt zich ook zorgen over zijn kinderen en over het feit dat instituten zoals UEFA en FIFA nooit persoonlijk contact met hem hebben gezocht.