'Jay Kelly' laat zien hoe een leven als filmster al snel uitnodigt tot een zeker narcisme
In dit artikel:
Op het filmfestival van Venetië viel bij de persinterviews rond Jay Kelly één afwezige vooral op: George Clooney. Zijn verzuim — volgens een pr-medewerker veroorzaakt door een plotselinge voorhoofdsholteontsteking — paste ironisch genoeg precies bij de hoofdlijn van de film: een beroemde acteur die worstelt met afwezigheid, zowel professioneel als in privérelaties. Clooney speelt in Noah Baumbachs tragikomedie Jay Kelly, een ster in een midlifecrisis die zijn carrière even parkeert en met zijn PR-team naar Europa reist om zijn dochter en een oeuvreprijs op te zoeken.
Regisseur Noah Baumbach en co-scenarist Emily Mortimer schreven het script met Clooney specifiek in gedachten; Baumbach wilde iemand die in het echte leven het gewicht van zo’n geseculariseerde grootheid draagt. Dat maakte Clooneys ontbreken bij de interviews extra pijnlijk voor de aanwezigen, maar trok ook de aandacht naar de thematiek die de acteurs en makers juist wilden benadrukken: het onvermogen om echt aanwezig te zijn in persoonlijke verhoudingen en de prijs van een leven dat aan de carrière wordt opgedragen.
De film toont hoe Jay Kelly decennialang succes had op het doek, maar privé belangrijke relaties verwaarloosde — vooral het contact met zijn oudste dochter is door jarenlange afwezigheid beschadigd. Tegelijk leunt Jay zwaar op de opofferingen van zijn naasten, zoals zijn toegewijde manager, die privéleven inlevert om hem te dienen. Baumbach noemt de film een zoektocht naar zelfstandigheid: een vlucht naar Europa om te ontsnappen aan schuldgevoelens en confrontaties met gemaakte fouten.
De aanwezige cast — onder wie Billy Crudup (als een rancuneuze jeugdvriend), Laura Dern (als manager) en Adam Sandler (in een rol die zijn eigen familierol weerspiegelt) — sprak tijdens de sessie over de herkenbaarheid van die thema’s. Mortimer verwees aan de hand van haar achtergrond met een schrijver als vader naar de spanning tussen verzonnen werelden en authenticiteit. Crudup zei dat hoe dichter acteurs bij een versie van zichzelf komen, hoe makkelijker ze een personage vinden. Dern legde de nadruk op hoe beroemdheid kan leiden tot narcisme en onbewustheid ten aanzien van mensen om je heen, maar benadrukte ook dat het schuldgevoel van het missen van levensmomenten universeel is, niet alleen voor sterren.
Over de praktische kant van balans vinden waren de meningen verschillend: Dern waarschuwde tegen het meenemen van kinderen naar sets, terwijl Sandler juist zegt zijn gezin zoveel mogelijk mee te nemen en moderne middelen als FaceTime te gebruiken om niet te lang gescheiden te zijn. Baumbach waardeerde juist Sandlers neiging om alles als een familiegebeuren te zien; die eigenschap is in zijn ogen ook terug te zien in het personage dat Sandler speelt.
De makers positioneren Jay Kelly niet louter als een portret van een filmster, maar als een bredere spiegel: ambitieuze mensen in allerlei sectoren neigen er soms naar zichzelf in hun werk te verliezen, en dat kan een vlucht zijn voor de ongemakken van het echte leven. Mortimer en Crudup benadrukten dat ze genoeg mensen kennen die zich als Jay gedragen — en dat het daarom ook prettig was om dit verhaal samen te schrijven.
In bredere festivalcontext past Jay Kelly in een opvallende reeks films in Venetië die mannen op drift tonen. Zo presenteert Yorgos Lanthimos Bugonia een man (Jesse Plemons) die in complottheorieën verzandt; Park Chan-wooks No Other Choice portretteert de dodelijke escalatie van concurrentiedrang in tijden van automatisering; en Luca Guadagnino’s After the Hunt speelt met grensoverschrijdende twijfel en het verlies van het gesprek over verantwoordelijkheid. Samen vormen deze titels een thema: ook filmsterren en tijgers van onze tijd zijn uiteindelijk mensen met alledaagse dilemma’s.