Jarenlange paniek om 'illegaal gifgebruik' blijkt overheidsblunder
In dit artikel:
Noord-Hollandse watermonsters die tussen 2020 en 2023 hoge pieken van het verboden bestrijdingsmiddel dinoterb lieten zien, blijken waarschijnlijk niet het gevolg van illegaal gebruik in het veld, maar van fouten in het eigen waterschapslaboratorium. Dat concludeert onderzoeksplatform AgriFacts op basis van documenten en het rapport van Deltares.
Het patroon van gelijktijdige, terugkerende en wisselende piekwaarden wekte vanaf 2020 al argwaan bij specialists; in april 2024 signaleerde onderzoekscollectief Staf dat aanwijzingen voor labfouten zich opstapelden. Via een Woo-verzoek kwamen interne ambtelijke notities naar buiten waarin ook zelf vermoed werd dat meetfouten mogelijk waren. Toch hield Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) aanvankelijk vol dat er geen reden was om het laboratorium te verdenken en gaf Deltares opdracht om naar bronnen buiten het lab te zoeken. Het waterschap sloot het eigen lab opmerkelijk genoeg uit van dat onderzoek, waarna Staf weigerde mee te werken.
Deltares voerde later wel laboratoriumexperimenten uit en vond dat bij 7–10% van de geteste monsters vals-positieve dinoterbwaarden konden ontstaan, een percentage dat overeenkomt met de opvallende historische pieken. De meest waarschijnlijke oorzaak is contaminatie via materialen of werkwijze, al kon dat niet onomstotelijk worden aangetoond; de oorspronkelijke monsters bestaan niet meer, waardoor heranalyse niet mogelijk is. Deltares formuleert dat vals-positieve metingen of contaminatie niet zijn uit te sluiten.
Het probleem beperkt zich niet tot dinoterb alleen; ook voor andere locaties zoals het Zwanenwater zijn volgens AgriFacts ongeloofwaardige waarden in officiële rapportages richting de Europese Commissie verwerkt. HHNK zegt de foutieve waarden te zullen corrigeren, maar verdedigt tegelijk het werk van onderzoekslaboratorium Waterproef en benadrukt dat Deltares geen bewijs vond voor wijdverbreid veldgebruik. Onderzoeksjournalist Geesje Rotgers nuanceert dat vals-positieve uitslagen niets te maken hebben met accreditatie en dat zulke fouten bij veel bepalingen kunnen voorkomen.
De zaak raakt het vertrouwen in het waterschap en in de betrouwbaarheid van waterkwaliteitsrapportages; hoewel de bron van de dinoterb-alarmen nu grotendeels aan het lab wordt toegeschreven, blijven vragen over transparantie en bestuurlijke besluitvorming openstaan.