Jane en Cassandra Austen schreven elkaar bijna elke dag een brief
In dit artikel:
Tussen 1811 en 1818 kende Jane Austen slechts een kleine, vooral familiale kring van bewonderaars; ze schreef in de eerste plaats voor plezier — vooral dat van haar zuster Cassandra — en uit bescheiden financiële motieven, niet om roem na te jagen. Jane en Cassandra waren zeer hecht: Cassandra redigeerde en toetste Janes werk, terwijl zij zelf zich op schilderen en aquarellen richtte. Toen de zussen uit elkaar gingen, onderhielden ze intensieve schriftelijke betrekkingen; Jane stuurde bijna dagelijks brieven vol roddel, observaties en persoonlijke gevoelens. Na Janes dood verwijderde Cassandra het merendeel van die correspondentie, een daad die biografen lang kwalijk namen omdat daardoor veel privékennis verloren ging; slechts zo’n 160 brieven zijn bewaard gebleven.
Biograaf Gill Hornby en de door haar geïnspireerde BBC-miniserie Miss Austen leggen de nadruk op Cassandra als beschermvrouwe: zij zou Janes privémening en onconventionele opvattingen over liefde en huwelijk uit de schijnwerpers hebben willen houden, passend bij de normen van het midden‑19e-eeuwse fatsoen. Jane publiceerde haar romans anoniem en Cassandra hielp die anonimiteit in stand te houden, aldus Hornby.
Hoewel sommige latere schrijvers en critici — van Mark Twain tot Charlotte Brontë en Virginia Woolf — Jane Austen bekritiseerden of kleineerden, bleef er brede waardering voor haar scherpe humor, subtiele ironie en ambigue blik op de maatschappij. Ook marxistische critici zagen in haar werk een bepaalde meegaandheid tegenover de samenleving die ze beschreef. Juist die ambiguïteit en geestigheid maken haar stijl blijvend relevant: haar boeken relativeren de mores van haar tijd en blijven sterk omdat ze in de eerste plaats bedoeld waren om zichzelf en haar zuster te vermaken.