Jane Austens Emma is een egoïstisch monstertje - en daarom een genot om te lezen

woensdag, 26 november 2025 (12:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Emma uit Jane Austens roman van 1815 wordt hier neergezet als het ideale voorbeeld van een aantrekkelijk onvolmaakt hoofdpersonage: bemoeizuchtig, berekenend en tegelijk naïef. Anders dan veel van Austens heroines — zoals Elizabeth en Marianne, die met armoede of onzekere erfenissen kampen — is Emma financieel veilig en mooi opgevoed. Die bevoorrechte positie maakt haar voor de lezer minder meelevend: ze heeft weinig om voor te strijden, waardoor haar fouten extra opvallen.

Austen zelf had een zwak voor Emma, maar verwachtte dat lezers ambivalenter zouden reageren. Emma mengt zich overal in, vooral in de liefdeszaken van anderen; ze meent beter te weten wat goed is voor vrienden zoals Harriet en bestrijdt matches die niet aan haar maatstaven van schoonheid en vermogen voldoen. In die bemoeienis schuilt deels pragmatisme: in het begin van de negentiende eeuw waren vrijgezelle vrouwen economisch kwetsbaar — hoge kinder- en ziekte-sterfte, geen zelfstandig eigendomsrecht — en een ongelukshuwelijk kon verstrekkende gevolgen hebben. Emma’s drang om te sturen kan daarom ook gezien worden als een poging om anderen te behoeden, al vermengt zich daarin duidelijk haar eigen zelfbeeld en superioriteitsgevoel.

De schrijver van het artikel blijft ambivalent: respect voor Emma’s sluwe overlevingsdrift naast wantrouwen jegens haar verhulde egoïsme. Dat maakt haar literair interessant; haar fouten en herstel blijven oppervlakkig genoeg om de rust te bewaren, maar haar geraffineerde ijdelheid geeft het personage bite en voorkomt verveling. Emma is daardoor minder een zielig voorbeeld en meer een fascinerend, onvoorspelbaar egoïstisch houtje-touwtjeicoon.